Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CHRYSEÏS

betekenis & definitie

Chryseïs (Χρυσηνις), in de griekse sage dochter van de Apollo-priester Chryses (Χρυσης uit het stadje Chryse nabij Troje.

Tijdens de trojaanse oorlog door de Grieken buitgemaakt, werd ze als eergeschenk aan → Agamemnon toegewezen. Deze weigerde haar vader de vrijkoop, waarop Apollo op Chryses’ bede in het griekse kamp de pest deed uitbreken. Agamemnon zond toen Chryseïs terug, maar stelde zich schadeloos door aan → AchillesBriseïs te ontnemen. Dit vormde de aanleiding tot een langdurige en voor de Grieken rampzalige wrok van Achilles, het thema van Homerus’ Ilias. [Nuchelmans]CHRYSIPPUS

Chrysippus (Χρισιππος) van Soli, griekse wijsgeer. Geboren ca. 280 vC op het Cicilië Cyprus uit ouders afkomstig uit Tarsus, verhuisde Chrysippus ca. 260 naar Athene. Daar volgde hij in 232-231 zijn leermeester Cleanthes op als hoofd van de stoïcijnse school; hij stierf er ca. 205. Chrysippus was een oorspronkelijke geest, die zich vooral onderscheidde in de logische uitbouw van een redenering. Hij staat bekend als polygraaf: volgens Diogenes Laërtius (7, 179-202) zou hij meer dan 705 traktaten hebben geschreven, behorend tot alle domeinen van de wijsbegeerte; daarvan zijn talrijke fragmenten bewaard. In zijn dagelijkse leven was Chrysippus een toonbeeld van evenwichtigheid. Hij bleef in hoofdzaak trouw aan de stoïsche leer, was nochtans zeer onafhankelijk van geest, ook tegenover zijn leermeester Cleanthes; hij heeft de stoïsche leer in haar geheel opnieuw doordacht en had zoveel invloed dat zijn opvattingen later als de orthodoxe leer der stoa golden; men zei van hem: ει μη γαρ ην Χρυσιππος, συκ αν ην στοα (als er geen Chrysippus was geweest, zou er geen stoa zijn).

Chrysippus stelde veel belang in de logica en gaf deze een oorspronkelijke oriëntatie: zij werd uitgebouwd tot propositielogica en bereidde aldus de weg voor de moderne geformaliseerde logica. Hij interesseerde zich ook voor de taalfilosofie en schreef daarover een uitgebreid werk, dat door de Romein → Varro werd samengevat in diens De lingua latina. Hij verdedigde tegen Aristoteles de dialectiek en trachtte haar een wetenschappelijk karakter te geven.

Op fysisch gebied aanvaardde Chrysippus de universele sympathie: de goddelijke logos doordringt de kosmos: de individualiteit van de wezens wordt verzekerd door het ιδιως ποιον dat als een blijvend kenmerk wordt opgevat. Hij trachtte een verzoening tot stand te brengen tussen de leer van het noodlot en de menselijke vrijheid: de individuele logos kan een toestemming geven of weigeren. De ziel wordt door Chrysippus opgevat als een levensadem, een πνευμα, dat in alle delen van het lichaam doordringt: de zetel van het ηγεμονικον is het hart.

De wijsbegeerte van Chrysippus is uitgesproken intellectualistisch; dit komt tot uitdrukking zowel in de psychologie als in de ethiek; de hartstochten worden opgevat als valse oordelen, de deugd wordt verworven door een verstandelijke opvoeding.

Van Chrysippus’ talrijke leerlingen zijn vooral bekend → Zeno van Tarsus en Diogenes van Babylon. Een mooi borstbeeld van Chrysippus, een kopie uit de keizertijd van een ouder werk, bevindt zich in de Villa Albani in Rome.

Lit. Uitgave der fragmenten: H. von Araim, Stoicorum Veterum Fragmenta 2-32 (Leipzig 1923 = 1964). Italiaanse vertaling: R. Anastasi, Crisippo, I frammenti morali (Padua 1962). - H. von Amim (PRE 3, 2502-2509). C. de Vogel, Greek Philosophy 32 (Leiden 1964) 47-183. - E. Bréhier, Chrysippe et l’ancien stoïcisme (Paris 1910, 21951). M. Pohlenz, Zenon und Chrysipp (Nachr. Ges. Wiss. Göttingen, Philol.-hist. KI. N.F. 2, 1938, 173-210). B. Mates, Stoic Logic (Berkeley 1953). V. Longo, Addendum Chrysippeum (Misc. philol. A. Beltrami, Genua 1954, 147-172). [Verbeke]

< >