Archimedes (Αρχιμηδης) van Syracuse (287-212), zoon van de astronoom Phidias, grootste wiskundige en werktuigkundige van de Oudheid.
Na studies in Alexandrië bracht hij het grootste deel van zijn leven met het beoefenen van de wetenschap door in zijn vaderstad, waar hij bevriend was met koning Hiero II en in 212 bij de verovering van Syracuse door Marcellus ondanks diens orders gedood werd door een soldaat die de geleerde niet kende.In de wiskunde is Archimedes vooral bekend geworden door zijn bepalingen van lengten, oppervlakten en inhouden, en als voorloper van de integraalrekening; in de mechanica is hij de grondlegger van de axiomatisch behandelde statica en hydrostatica. Ook als technicus verwierf Archimedes grote roem: hij construeerde een planetarium, de z.g. waterschroef van Archimedes en allerlei fantastische machines ter verdediging van Syracuse tegen de Romeinen (214-212). Het verhaal dat hij met grote spiegels, waarin het zonlicht weerkaatste, de romeinse schepen in brand gestoken zou hebben, moet waarschijnlijk naar het rijk der fabelen worden verwezen.
De volgende geschriften zijn van Archimedes bewaard gebleven:
1. Περι ισορροπιων (Evenwichten) behandelt in twee boeken de grondslagen der theoretische mechanica.
2. Κυκλου μετρησις (Het meten van de cirkel) bewijst dat de omtrek van een cirkel kleiner is dan 22/7 en groter dan 223/71 maal de middellijn.
3. Περι κωνοειδεων και σφαιροειδεων (Conoïden en sphaeroïden) handelt in 32 stellingen over de inhoud van tweedegraads omwentelingsoppervlakken.
4. Τετραγωμος, παραβολης De kwadratuur van de parabool) bevat twee bewijzen dat de oppervlakte van een paraboolsegment 4/3 is van de driehoek die dezelfde basis en dezelfde hoogte heeft als het segment.
5. Περι σφαιραςς και κυλινδρου (Bol en cylinder) over oppervlakte en inhoud van kegel, cylinder, bol en bolsegmenten, en over de verdeling van een bol door een plat vlak in een gegeven verhouding.
6. Περι ελικων (Spiralen) behandelt in 28 stellingen de z.g. spiraal van Archimedes en haar ’rectificatie’.
7. Ψαμμιτης (Het zandgetal), een klein tractaat, waarin naar aanleiding van de vraag hoeveel zandkorrels het heelal kan bevatten, een methode voor de notering van zeer grote getallen voorgesteld wordt.
8. Προβλημα βοεικον (Het probleem der runderen), een tot Eratosthenes gericht epigram, waarin Archimedes op geestige wijze aan zijn alexandrijnse collega’s de oplossing van acht onbekenden uit een stel van zeven lineaire vergelijkingen opdraagt.
9. Περι οχουμενων (Drijvende lichamen), stelt in twee boeken het algemene beginsel der hydrostatica (wet van Archimedes) vast en bepaalt het evenwicht van drijvende paraboloïdsegmenten.
10. Περι των μηχανικων θεωρηματων εφοδος (Methode der theoretische mechanica).
Van de beide laatstgenoemde werken is de griekse tekst pas in 1906 door Heiberg teruggevonden. Slechts in een arabische en een latijnse vertaling bewaard is een Liber assumptorum (Stellingenboek), dat 15, niet alle van Archimedes afkomstige planimetrische stellingen bevat. Verloren gegaan zijn o.a. Περι ξυγων (Hefbomen) en Κατοπτρικα. (De leer der spiegels).
Archimedes schreef in het dorische, reeds sterk door de Koine (zie Grieks) beïnvloede, dialect van zijn vaderstad, maar in de handschriften zijn bovendien nog vele dorische vormen door attische vervangen.
Bekende uitspraken van Archimedes zijn:
1. Ευρηκα (lk heb het gevonden) bij de ontdekking van de wet van Archimedes.
2. Δος μοι πα βω και κινω ταν γαν (Geef me een plaats - buiten de aarde - om te gaan staan en ik beweeg de aarde): om de onbegrensde mogelijkheden van de hefboom aan te duiden.
3. Noli turbare circulos meos (Breng mijn cirkels niet in de war): tot de soldaat die hem bij de plundering van Syracuse bij zijn studie stoorde en doodde.
Lit. Uitgaven: Editio princeps van de werken 1-7: Basel 1544. Beste moderne editie: J. L. Heiberg, Archimedis opera omnia cum commentariis Eutocii2 1-3 (Leipzig 1910-1915); nederlandse vertaling met inleiding: E. J. Dijksterhuis, Archimedes (Groningen 1938) en in het tijdschrift Euclides 19381944; engelse vertaling met commentaar: T. L. Heath, The Works of Archimedes (Cambridge 1897-1912; ook New York 1953) en E. J. Dijksterhuis, Archimedes (Kopenhagen 1956); franse vertaling: P. VerEecke, Les oeuvres complètes d’Archimède (Paris-Bruxelles 1921); duitse vertaling: A. Czwalina in de reeks Ostwald’s Klassiker der exakten Naturwissenschaft (1922-1925). - F. Hultsch (PRE 2, 507-539). Arendt (PRE, Supplement 3, 144-152). - T. L. Heath, A History of Greek Mathematics 2 (Oxford 1921). B. L. van der Waerden, Ontwakende wetenschap (Groningen 1950) 228252. Id., Erwachende Wissenschaft (Basel 1956) 344-380. [Nuchelmans]