Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ANTENOR

betekenis & definitie

Antenor (Αντηνωρ), griekse eigennaam:

1. Antenor, legendarische Trojaan die vóór het beleg van Troje Odysseus en Menelaüs gastvrijheid verleende, toen dezen naar Troje kwamen om te onderhandelen over de terugkeer van Helena, en later, tijdens de oorlog, de Trojanen adviseerde Helena alsnog terug te laten gaan. Bij de verwoesting van Troje zou daarom zijn huis door de Grieken gespaard zijn. Antenor was gehuwd met de Athene-priesteres Theano; van hun elf zonen verloren zeven het leven in de strijd voor hun vaderstad. Volgens Pindarus (pythische ode 5, 82-85) vestigde Antenor zich later in Cyrene; in de romeinse traditie, die waarschijnlijk via Accius op Sophocles’ verloren drama ’Αντηνοριδαι teruggaat, voerde Antenor de Eneti uit Paphlagonië, bondgenoten van de Trojanen, naar het gebied van Venetië en stichtte daar de stad Patavium (Padua). Op de z.g. Franfois-vaas in het Museo Archeologico van Florence staat Antenor afgebeeld naast Priamus.

Lit. Homerus, Ilias 3, 203-208 ; 7, 347-364. Vergilius, Aenels 1, 242-249. - R. Wagner (PRE 1, 2351-2353). G. Oertel (Roscher 1, 365-367). - A. Scholtz, De Antenore et de Antenoribus (Breslau 1911). J. Perret, Les origines de la légende troyenne de Rome (Paris 1942) 157-212.

2. Antenor, zoon van Eumares, atheense beeldhouwer (ca. 540-500 vC) die vooral bekendheid heeft gekregen als de vervaardiger van de eerste tyrannen-doders-groep (Harmodius en Aristogiton). Deze werd op de atheense agora geplaatst, in 480 door Xerxes mee naar Perzië gesleept, later door Alexander de Grote of Seleucus teruggebracht, maar is later verloren gegaan. Op de atheense acropolis zijn twee voetstukken gevonden die de naam Antenor dragen; een daarvan hoort bij een in 1886 gevonden marmeren kore die thans in het acropolis-museum staat (no. 681). Velen houden hem ook voor de kunstenaar die de archaïsche sculpturen in het oostelijke gevelveld van de tweede Apollo-tempel in Delphi (ca. 510) heeft gemaakt.

Lit. C. Robert (PRE 1, 2353v). P. Orlandini (EAA 1, 408v). P. de la Coste-Messelière, La plinthe et la base de la coré d’Anténor (Revue Archéologique 15, 1940, 5-10). G. Becatti, I Tirannocidi di Antenore (Archeologia Classica 9, 1957, 97107). [Nuchelmans]

< >