Duits econoom (Tingleff, nabij de Deense grens, 22 Jan. 1877), was na zijn promotie in de economie werkzaam als journalist, chef van het statistische bureau van de Dresdner Bank, adviseur van de Duitse bezettingsautoriteiten in België en, van 1916 af, directeur van de Nationalbank für Deutschland (later Darmstädter und Nationalbank). Zijn eerste presidentschap van de Rijksbank (22 Dec. 1923 - 7 Mrt 1930) werd voorafgegaan door zijn optreden, sedert 12 Nov. 1923, als „Währungkommissar”.
Deze periode werd gekenmerkt door stabilisering van de Rijksmark, bestrijding van de politiek der publiekrechtelijke lichamen, die z.i. te hoge bedragen in het buitenland leenden, en verzet tegen de herstelbetalingen.Na zijn aftreden, dat verband hield met de herziening van de reparatieregeling, was Schacht adviseur van Hitler; nadat deze op 30 Jan. 1933 rijkskanselier was geworden, werd Schacht, op 17 Mrt 1933, opnieuw president van de Rijksbank (20 Jan. 1939). Bovendien werd hij op 2 Aug. 1934 belast met de waarneming van de post van minister van Economische Zaken. Als financieel en economisch dictator heeft Schacht een ongekende macht uitgeoefend bij de voorbereiding van Wereldoorlog II. Zijn werkzaamheden waren gericht op financiering van de bewapening en van de overschakeling van het Duitse economische leven op de oorlogsproductie. De bewapeningsfinanciering is voor een groot gedeelte ten laste van de buitenlandse crediteuren gekomen.
Bij de overschakeling van het Duitse economische leven op de oorlogsproductie kwam Schacht bij herhaling in conflict met de legerautoriteiten; ten slotte kreeg hij, op 26 Nov. 1937, ontslag als minister van Economische Zaken, om als minister zonder portefeuille nog tot Jan. 1943 deel uit te maken van de regering. Na de wapenstilstand verbleef Schacht geruime tijd in gevangenschap. Hij behoorde tot de aangeklaagden in het grote proces tegen de Duitse oorlogsleiders te Neurenberg, maar werd vrijgesproken (1 Oct. 1946). Op 1 Sept. 1948 werd hij ook door het Duitse zuiveringsgerechtshof vrijgesproken. Sedertdien is hij opgetreden als adviseur van verschillende regeringen, in het bijzonder in het Verre en Nabije Oosten.
DR F. H. REPELIUS
Bibl.: Die Stabilisierung der Mark (1927); Das Ende der Reparationen (1931); Grundsätze deutscher Wirtschaftspolitik (1932); Abrechnung mit Hitler (1948).
Lit.: F. Reuter, S. (Leipzig 1934); M. de Saint-Jean, La politique économique et financière du docteur S., diss. Poitiers (1936); Verzeichnis der Schriften, Aufsätze u. Reden des Dr H. S. (1937); N. Mühlen, Der Zauberer, Leben u.
Anleihen des Dr H. H. G. S. (Zürich 1938, critisch); K. R. Bopp, H.
S. Central Banker (Columbia 1939).