zijn door particulieren tot stand gebrachte beschrijvingen van gewoonterecht, in tegenstelling tot wetboeken, waarin het recht van overheidswege is opgetekend (z codificatie). Van de Nederlandse rechtsboeken is wel het belangrijkste het Rechtsboek van Den Briel, waarin Jan Matthijssen, secretaris van Den Briel, ca 1400 het recht van Den Briel en het Land van Voorne beschreef.
Onder de talrijke Duitse rechtsboeken is het voornaamste en het oudste de door Eike* van Repkow (ook Repgau, of Repgow) ca 1230 vervaardigde Saksenspiegel, waarin het Saksische landrecht beschreven werd en die in Noord-Duitsland lange tijd het gezag had van een wetboek. Zijn pendant voor Zuid-Duitsland was de (later) zgn. Schwabenspiegel, ca 1275 in Augsburg vervaardigd; in Hessen ontstond, waarschijnlijk tussen 1326-1340, de Frankenspiegel. In Frankrijk verschijnen sinds de 13de eeuw werken van particulieren die het gewoonterecht van een streek beschrijven (bijv. van Pierre de Fontaine, van Philippe de Rémy, sire de Beaumanoir*, e.a. (z coutumes). Voor Engeland kunnen o.a. de werken van Bracton* en Glanville* in dit verband worden genoemd.