is een Japans verdedigingssysteem om zonder enig wapen de aanval van de tegenstander te weerstaan. Ju betekent: zacht, soepel, do betekent weg of pad, ook geestelijk bedoeld. Dit systeem is door de Japanner prof.
Jigoro Kano samengesteld [z Ju Jutsu) en uitgewerkt tot een wedstrijdsport.Het gevecht kan staande en op de grond plaats vinden. Het staande gevecht heeft vijf mogelijkheden, nl. de beenworpen, de schouderworpen, de heupworpen, de handworpen en de soetemi’s (het meetrekken van de tegenstander naar de grond). Bij het grondgevecht zijn drie mogelijkheden: Houdgrepen, arm- en beenklemmen en verwurgingsgrepen. Een wedstrijd duurt 3 tot 5 minuten en er kunnen twee punten worden behaald. Een punt wordt toegekend bij het uitvoeren van een goede worp, of bij een houdgreep (de tegenstander 30 sec. in bedwang houden), of bij overgave van de tegenstander. Talrijke voorschriften regelen de wedstrijd.
In Judo kent men geen gewichtsgrenzen, zoals bijv. bij het boksen en het worstelen. De vaardigheid wordt in ,,kyu” en „dan” graden uitgedrukt. In de kyu of amateurgraad kan men zes graden behalen, nl. zesde t.m. eerste kyu: witte band, geel, oranje, groen, blauw en bruin en vervolgens de zwarte band of iste „dan” graad. Er zijn tien verschillende „dan” graden. Dragers van zwarte banden kunnen zelfstandig lesgeven.