Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Johann friedrich benzenberg

betekenis & definitie

Duits natuurkundige en astronoom (Scholier bij Dusseldorp 5 Mei r 777 — Bilk bij Dusseldorp 8 Juni 1846), was van 1805-1810 docent aan het Lyceum te Dusseldorp, daarna reizend of levend op zijn landgoed te Bilk, waar hij een sterrenwacht inrichtte. Hij organiseerde o.m. in 1798 gelijktijdige waarnemingen van vallende sterren van verschillende standpunten uit en trachtte daaruit de hoogte te bepalen, waarop het lichtverschijnsel begint en eindigt.

Hij deed verder in 1802 in de Michaeliskerk te Hamburg en in 1804 in een kolenmijn bij Schlebusch proeven over de vrije val, die als gemiddelde van een groot aantal waarnemingen waarden voor de oostelijke afwijking uit de verticaal opleverden, die behoorlijk met de theorie overeenstemden; de door Gauss voorspelde zuidelijke afwijking kon hij niet vaststellen.Bibl.: Versuche über das Gesetz des Falls u.s.w. (Dortmund 1804); Über die Sternschnuppen (Hamburg 1839).

< >