Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Jean Louis FORAIN

betekenis & definitie

Frans schilder, tekenaar, etser en lithograaf (Reims 23 Oct. 1852 - Parijs 11 Juli 1931), was leerling, aan de Ecole des Beaux-Arts te Parijs, van Gérome. Hij werd daarna door Manet, Daumier, Toulouse Lautrec, Goya’s etsen en, meer duurzaam, door Degas beïnvloed.

Als tekenaar debuteerde hij in 1876 in het blad La Cravache; hij werkte vervolgens voor verschillende andere bladen. In 1889 gaf hij, in een oplaag van tien exemplaren, een geheel door hem zelf geschreven en geïllustreerd weekblad, in 1898 en 1899, met Caran d’Ache, het anti-Dreyfus-blad Psst! uit. Hij verenigde zijn beste tekeningen in verzamelingen : La Comédie Parisienne (1892), Les Temps difficiles, Album de Forain (1893), Doux Pays (1897) enz. Hij stichtte la Société des Humoristes. Zijn tekeningen in Wereldoorlog I werden in de verzamelingen De la Marne au Rhin en Dessins de guerre uitgegeven. Ca 1908 ontstaan zijn etsen; de invloed van Rembrandt is hier goed merkbaar, vooral in de Bijbelse taferelen. Na die oorlog, op het eind van zijn leven, deelde een godsdienstig gevoel, dat hij ook direct uitdrukte, aan zijn satire een schakering van menselijk mededogen mede. Zijn schilderwerk, dat in den beginne aan de eerste manier van Pissarro deed denken, werd later somber en haast eenkleurig (voorbeeld: Prétoires). Hij heeft na Daumier, die hij echter niet evenaart, de traditie van de actuele tekening en van de maatschappelijke satire voortgezet. Met Toulouse Lautrec en Willette behoort hij tot de meesters van de 19de-eeuwse affichekunst. Hij illustreerde (met Toulouse Lautrec) verschillende boeken.Lit.: Les Maîtres humoristes: Forain (Nouv. sér. II 1909); M. Guérin, J. L. F. lithographe (Paris 1910) ; Idem, F. aquafortiste (Paris 1912); J. L. Forain aquafortiste (Paris 1925); L. Vaillat, En écoutant F., cat. rais, de l’œuvre grav. (Paris 1931); Ch. Kunstler, Forain (Paris 1931).

< >