geheten naar Avesnes, thans arrondissementshoofdplaats van het Franse dep. du Nord — is de naam van een Henegouws geslacht, als welks stamvader in de 13de eeuw gold Werris li Sors („de Rode”). Deze naam werd gedragen door een der helden van het chanson de geste Raoul de Cambrai. In het begin van de 12de eeuw kwam de heerlijkheid Avesnes, weldra pairie van Henegouwen, door huwelijk aan Fastré d’Oisy.
Jacob van Avesnes, 7 Sept. 1191 bij Arsoef in het Heilige Land gesneuveld, liet Avesnes, Condé, Guise, enz. na aan zijn oudsten zoon Walter (Gautier). Diens kleinzoon Jan van Châtillon erfde in 1246 deze bezittingen, evenals het graafschap Blois, van Walters gemalin Margaretha. De tweede zoon van heer Jacob, Bouchard (gest. 1244), legde de grondslag voor de grootheid van zijn geslacht. Deze, aanvankelijk voor een kerkelijke loopbaan bestemd, huwde als baljuw van Henegouwen in Juli 1212 te Le Quesnoy de tienjarige Margaretha van Constantinopel (gest. 10 Febr. 1280), zuster van Johanna, gravin van Vlaanderen en Henegouwen. Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren: Jan I van Avesnes (Apr. 1218 - 24 Dec. 1257) en Boudewijn (1219-1289), later heer van Beaumont, aan wien het auteurschap van een Henegouwse kroniek tot 1278 is toegeschreven (Chronicon Hanoniense quod dicitur Balduini Avesnensis, uitg. J.
Heller in Monumenta Germaniae, Scriptores, dl XXV). In 1221 verliet Margaretha haar gemaal, wiens huwelijk wegens zijn vroeger ontvangen wijdingen paus Innocentius III reeds in 1215 ongeldig had verklaard, en hertrouwde in het volgende jaar, overeenkomstig de wens van haar zuster, met heer Willem van Dampierre. Paus Gregorius IX verklaarde in 1237 dat de zoons van Bouchard bastaarden waren, en erkende Margaretha’s huwelijk met Dampierre. Keizer Frederik II legitimeerde echter in 1242 Jan en Boudewijn van Avesnes, paus Innocentius IV in 1251 evenzo. Na de dood van Johanna (5 Dec. 1244) volgde Margaretha deze als gravin van Vlaanderen en Henegouwen op. Jan van Avesnes en Willem van Dampierre, de oudste zoons uit haar beide huwelijken, die elkaar bastaarden scholden, maakten beiden aanspraak op de gehele toekomstige nalatenschap van hun moeder, krachtens het recht van eerstgeboorte en de ondeelbaarheid der opvolging.
Margaretha begunstigde haar zoons van Dampierre: eerst Willem, en na diens dood in 1251 Guy van Dampierre. Een scheidsrechterlijk vonnis van koning Lodewijk IX den Heilige van Frankrijken van een pauselijken legaat beslechtte in Juli 1246 te Parijs dit geschil: aan de Dampierres werd de opvolging in Vlaanderen, aan de Avesnes die in Henegouwen toegewezen. Jan van Avesnes legde zich hier niet bij neer, daar hij den Fransen koning geen zeggenschap toekende over Rijkslanden, en bleef ten minste op Rijks-Vlaanderen aanspraak maken. In 1247 werd hij door den leenheer van Henegouwen, den bisschop van Luik, met dit graafschap beleend, onder miskenning van de rechten van zijn moeder. Hij vond steun bij graaf Willem II van Holland, Rooms-koning van 1247-1256, vijand van Vlaanderen wegens Zeeland. In 1246 huwde hij met diens zuster Aleidis van Holland.
Nadat hij zich eerst in 1249 tijdelijk aan het in 1246 gevelde vonnis had moeten onderwerpen, ontving hij in 1252 van zijn zwager Rijks-Vlaanderen in leen. Margaretha van Vlaanderen, die zich tegen de bondgenoten niet kon handhaven, zocht hulp in Frankrijk. In 1253 schonk zij Henegouwen aan Karel van Anjou, broeder van Lodewijk IX. Na de dood van koning Willem II (18 Jan. 1256) was Jan van Avesnes gedwongen zich te onderwerpen aan een nieuwe scheidsrechterlijke uitspraak van Lodewijk den Heilige, die 24 Sept. 1256 bij het Dit de Péronne de beschikking van 1246 in hoofdzaak hernieuwde.Hij moest tevens afstand doen van Namen, waarmee de Rooms-koning hem in 1249 had beleend. Jan I van Avesnes stierf in het volgende jaar: 24 Dec. 1257. Zijn zoon Jan II, als graaf van Henegouwen (sinds 1280) Jan I, zette de vete met de Dampierres voort. De twist werd gecompliceerd door het Hollands-Vlaamse geschil over Zeeland Bewesten-Schelde, toen Jan van Henegouwen, na het kinderloos overlijden van Jan I van Holland op 10 Nov. 1299, dezen als naaste erfgenaam (door zijn moeder Aleidis) in het graafschap Holland opvolgde: Jan II. Een personele unie tussen Henegouwen en Holland verving de in 1280 door de dood van Margaretha van Constantinopel verbroken dynastieke band tussen Henegouwen en Vlaanderen. De regeling van 1246 immers is ten slotte van kracht gebleven, al hebben de Avesnes hun vete met Vlaanderen — waarin zij aanvankelijk steun zochten bij het Roomse Rijk, daarna bij Frankrijk — eerst in 1323 bijgelegd.
Het huis van Avesnes regeerde over Henegouwen van 1280 (1247)-1356, over Holland, Zeeland en West-Friesland van 1299-1354 (Henegouwse huis), met de graven Jan I/II (1280/’99-1304), Willem I/III (1304-1337), Willem II/IV (1337-1345) en met diens zuster Margaretha van Beieren (1345-1354/’56). De laatste manlijke telg van het geslacht was Jan van Beaumont, broeder van Willem I/III, die in 1356 overleed. Drie Avesnes, broeders van graaf Jan I/II, hebben Rijksbisdommen geregeerd: Willem, bisschop van Kamerijk (1286-1296), Bouchard, bisschop van Metz (1282-1296), en Guy, bisschop van Utrecht (1301-1317). Een vierde broeder, Floris van Henegouwen (gest. 1297), werd in 1289 prins van Morea in Griekenland, door zijn huwelijk met Isabella van Villehardouin. Hij heeft daar echter geen dynastie gesticht, aangezien hij alleen een dochter, Mathilde (1313-1318), naliet.
DR. A. G.JONGKEES
Lit.: Michaux, Chronologie historique des seigneurs de la terre et pairie d’Avesnes (Avesnes 1844); Ch. Duvivier, La querelle des d’Avesnes et des Dampierre jusqu’à la mort de Jean d’Avesnes, 1257 (2 dln, Bruxelles-Paris 1894); W. Kienast, Die deutschen Fürsten im Dienste der Westmâchte bis zum Tode Philipps des Schonen von Frankreich, II. 1 (Utrecht enz. 1931).