een der bekwaamste journalisten van het voormalige Ned.Indië (Hontenisse 1 Oct. 1874 - Bandoeng 22 Mrt 1940), begon als letterzetter te Amsterdam. Hij vertrok in 1894 als sergeant-schrijver naar Ned.-Indië, diende kort daarna in Atjèh, nam in 1897 deel aan de Boni-expeditie, waarover hij artikelen publiceerde, welke hem, omdat het militairen verboden was relaties met de pers te onderhouden, een strafoverplaatsing naar Benkoelen bezorgden.
Hij schreef in 1903 in het Bataviaasch Nieuwsblad artikelen over wantoestanden bij de Bangka-tinmijnen, werd in hetzelfde jaar „oorlogscorrespondent” bij de Boni- en Goaexpedities, vertrok later naar Java, werd daar corrector bij de Preangerbode (Bandoeng), vervolgens verslaggever en trok vooral de aandacht door zijn knappe reportages over Java’s Oosthoek en de Vorstenlanden (Midden-Java). Hij werd in 1927 hoofdredacteur van het Soerabajaasch Handelsblad, in 1932 hoofdredacteur van dejavabode te Batavia.Zentgraaff was een geboren journalist, een befaamde reporter — weinig bleef voor hem geheim — en had door zelfstudie en talloze reizen een enorme, welhaast encyclopaedische kennis van vrijwel geheel Ned.-Indië. Omtrent de zeer ingewikkelde problemen betreffende de Vorstenlanden diende hij de regering enige malen van advies.
De fouten van zijn grote kwaliteiten waren zijn onbeheerstheid, zijn grenzenloze eerzucht, zijn gemis aan respect voor het intieme leven van anderen en zijn ongedurigheid. Aanvankelijk vertolker van het blijvers-element — Nederlanders en Nederlanders van gemengden bloede —, werd hij na verloop van tijd de voornaamste woordvoerder van de zgn. „trekkers” en oprichter van hun politieke organisatie, de „Vaderlandse Club”, om vervolgens sympathie aan de dag te leggen voor het nationaal-socialisme. Na het uitbreken van Wereldoorlog II en de houding die de N.S.B. toen aannam, maakte deze sympathie plaats voor afkeer, want Zentgraaff was vóór alles een vurig patriot.
Van zijn hand zijn enige boeken verschenen, o.a. Op oude paden, een verzameling van zijn beste artikelen, benevens een standaardwerk over Atjèh. Hij was officier in de Orde van Oranje-Nassau, drager van enige militaire kruisen en ere-brigadier van het toenmalige korps Marechaussee in Atjèh.
Bibl.: Lourdes (Leiden 1931); Op oude paden (’s-Gravenhage 1936); Het land der twee rivieren (’s-Gravenhage 1936); Atjèh (Batavia 1938).