is een diluviale grot bij Santillana del Mar (Spanje). Het hol, dat in 1868 toevallig werd ontdekt, was in het palaeolithicum bewoond en bevat overblijfselen uit de perioden van het Aurignacien, Solutréen en Magdalénien.
Beroemd zijn de tekeningen van dieren, gedeeltelijk ingegrift, gedeeltelijk gekleurd, die realistische afbeeldingen geven van bisons, wolven, paarden en rendieren.Lit.: L’Anthropologie 1904,blz.625-644; Breuil-Cartailhac, La caveme d’Altamira k Santillane (1908); K. Kühn, Malerei d. Eiszeit (1922); H. Obermaier, Las cuevas de A. (21929).