Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Giovanni battista CASTI

betekenis & definitie

Italiaans dichter (Acquapendente 29 Aug. 1724 - Parijs 6 Febr. 1803), werd jong geestelijke maar verzaakte zijn functies en gaf toe aan zijn drang tot reizen: te Florence trad hij in 1769 in dienst van keizer Jozef II, die hem mee naar Wenen nam, waar hij later onder Frans I „keizerlijk hofdichter” zou worden. In die tijd begon hij zijn loszinnige maar levendige Novelle galanti in ottave rime te schrijven (uitg. 1793).

In 1778 ging hij naar St Petersburg. Catharina II behandelde hem aldaar zeer goed, wat hem niet belette, haar bewind en de Russische zeden belachelijk te maken in een satirisch gedicht, Poema tartaro, dat in 1787 uitkwam en zijn uitwijzing ten gevolge had. Tot 1796 verbleef hij vervolgens als hofdichter te Wenen. Na een nieuw verblijf in zijn vaderland vertrok hij in 17g8 naar Parijs, waar hij tot zijn dood bleef wonen: hij was er de vriend der familie Bonaparte, maar tegen Napoleon gekant.

Zijn grootste bekendheid dankt hij aan zijn in 1802 verschenen politiek-satirisch epos in 26 zangen, Gli animali parlanti, waarin hij het conflict van de Franse Revolutie in de praehistorische dierenwereld verplaatst. Van zijn comische opera’s verwierf II re Teodoro in Venezia (1784, muziek van Paisiello) de lof van Goethe.MR H. VAN DEN BERGH

Bibl.: Opere poetiche (verzam. werken), uitg. te Parijs (1837).

Lit.: G. Manfredi, Contributi alla biogr. del Casti (Ivrea 1925); F. Bernini, Storia degli Animali parlanti di G. B.

C. (Bologna 1901).

< >