Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Gerard van swieten

betekenis & definitie

Nederlands geneeskundige (Leiden 7 Mei 1700 - Schönbrunn 18 Juni 1772), bezocht op 16-jarige leeftijd de hogeschool van Leuven en keerde twee jaar later terug naar Leiden, waar hij tot de beste leerlingen van Boerhaave behoorde. Hij gaf van 1727-1738 colleges aan de universiteit aldaar, maar kon als katholiek geen hoogleraar worden.

Keizerin Maria Theresia benoemde hem in 1745 tot haar lijfarts en tevens tot directeur van de keizerlijke bibliotheek te Wenen. Volgens zijn voorstellen werd de universiteit van Wenen hervormd. De studie en censuur werd onttrokken aan het toezicht van de Jezuïeten en onder een staatscommissie geplaatst. Voor zijn verdienstelijk werk werd hij in 1758 in de adelstand verheven. Van Swieten is ongetwijfeld het beste bekend geweest met de gedachtengang van Boerhaave en door zijn toedoen is diens werk voor het nageslacht bewaard gebleven. Zijn hoofdwerk is Commentarii in Boerhaavii aphorismos de cognoscendis et curandis morbis (5 dln, 1742-’72, m. Index, 1776).Lit.: H. Th. von Heuveln, G. v. S., Leben, Werk und Kampf, diss. Groningen (1942).

< >