(geestelijke oefeningen) is de beroemde handleiding van de H. Ignatius* van Loyola ten gerieve van hen, die gedurende 4 weken in geestelijke afzondering {retraite*) zich, zoals dat heet, geheel en al wijden aan de eeuwige belangen hunner ziel.
Zelf heeft de heilige die handleiding in het Spaans geschreven, terwijl hij als een kluizenaar leefde te Manresa. Het oorspronkelijk boekje is verloren gegaan, doch er bestaat nog een afschrift, waaraan hij eigenhandig nota’s heeft toegevoegd, terwijl twee Latijnse vertalingen verschenen tijdens zijn leven. De grote betekenis is gelegen in de methode, waardoor alle vermogens aan het werk worden gezet om te komen tot het ene doel: nl. dat de mens zich volledig stelt in de dienst van God. Het Exercitatorium spirituale van Garcia de Cisneros, abt van Montserrat (gest. 1510), die zelf weer andere ascetische schrijvers benut heeft, kan de H. Ignatius tot voorbeeld gediend hebben; doch hij is kernachtiger, meer psychologisch, en gaat veel systematischer op het grote doel af. In het begin door sommige theologen hevig bestreden o.a. door Melchior Cano, werd het Ignatiaans exercitieboekje dikwijls uitgegeven en vertaald en heeft reeds lang de katholieke wereld veroverd. Herhaaldelijk werd het ook door de pausen aanbevolen, o.m. door Benedictus XIV, Leo XIII en Pius XI (Constitutie van 25 Juli 1922 en vooral encycliek „Mens Nostra” van 20 Dec. 1929 over de betekenis van de Exercitia voor onze tijd).PROF. J. A. DE GOEIJ
Lit.: Exercitia Spiritualia S. Ignatii di Loyola (Monum. hist. S.J.) (Madrid 1919); I. Vogels, Geestelijke zielenleiding van S. Ign. (Voorhout 1929); J. Hellings, De geestelijke oefeningen van den H. Ign. van Loyola (Amsterdam 1942); J. de Jong, Handb. der Kerkgesch. III blz. 129-132 (Utrecht 41948).