Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAROLINA (prinses)

betekenis & definitie

prinses van Oranje-Nassau (Leeuwarden 28 Febr. 1743 - Kirchheim 6 Mei 1787), was de dochter van stadhouder Willem IV en in 1747, toen in alle gewesten het stadhouderschap hersteld werd, nog diens enig kind, zodat zij, wijl het hoge ambt erfelijk verklaard werd in beide liniën, erfrechten kreeg, waarvan de laatste sporen eerst in 1922 uit de grondwet verwijderd werden.

Op 5 Mrt 1760 trad zij in het huwelijk met Karl Christian, vorst van Nassau-Weilburg, generaal-majoor in het Staatse leger en gouverneur van Maastricht. Na het overlijden (1759) van haar moeder, Anna van Hannover, was er bij sommigen in de Republiek een streven om haar, bij haar meerderjarigheid, aan te wijzen als voogdes over haar broeder, de minderjarige erfstadhouder Willem V. Van dit streven toonde de ambitieuze prinses zich geenszins afkerig, zonder succes nochtans, want de hertog van Brunswijk, die door gouvernante Anna met de voogdij was belast, behield deze functie tot ’s prinsen meerderjarigheid in 1766. In Friesland echter niet: daar werd Maria Louise van Hessen-Kassel, weduwe van Jan Willem Friso voogdes.

Na haar dood in 1765 kreeg inderdaad prinses Carolina de voogdij in handen.

PROF. DR L. G. J.

VERBERNE

Lit.: N. Japikse, De geschied, v. h. Huis Oranje-Nassau, dl II (2de dr., ’s-Gravenhage 1948); Joh. W.

A. Naber en De Neve, Carolina van Oranje (Haarlem 1910).

< >