een van de randzeeën van de Atlantische Oceaan, gelegen tussen het vasteland van Midden- en Zuid-Amerika en tussen de eilanden Cuba, Haïti en Porto Rico (Grote Antillen) en de Eilanden Beneden en Boven de Wind (Kleine Antillen), heeft een oppervlakte van 2,7 millioen km2 en een gem. diepte van 2650 m. Door de vele zeestraten tussen de Grote en Kleine Antillen staat deze zee in verbinding met de Atlantische Oceaan en door Straat Yucatan met de Golf van Mexico; het Panamakanaal brengt een verbinding tot stand met de Stille Oceaan.
De Caraïbische Zee valt in 2 delen uiteen, die gescheiden worden door de brede Jamaicarug, waarvan de grootste diepte 2000 m bedraagt, nl. de Caraïbische Zee in engere zin (ook wel Zuid-Caraïbische Zee genoemd) met een maximale diepte van 5200 m, en het Bekken van Yucatan, waarvan de grootste diepte tot 4709 m reikt. Van dit laatste bekken wordt door de Caymanrug een gedeelte afgescheiden; in dit gedeelte, gelegen dus tussen de Jamaica- en de Caymanrug, bereikt de Caraïbische Zee de grootste diepte, nl. 6269 m. Door de Caraïbische Zee stroomt in O.-W. richting de Caraïbische Stroom, een voortzetting van de Guyanastroom en van de Noord Aequatoriale Stroom, binnenstromende door de zeegaten tussen de Kleine Antillen en door Straat Yucatan weer uitstromende. Het zoutgehalte bedraagt 35,5 tot 36 p. mille; N.O. winden overheersen en wervelstormen komen in dit gebied veelvuldig voor.
H. A. BOMERLit.: German Arciniegas, Biografia del Caribe (Buenos Aires 1945; Eng. vert. N.Y. 1946).
