Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Aleksandr Aleksandrowitsj FADEJEW

betekenis & definitie

eigenlijk Aleksandr Aleksandrowitsj Boelyga, Soyjetrussisch schrijver (Kimry, Twer, thans Kalinin 1901), zoon van een feldsjer (chirurgijn) in het gouvernement Twer. Zijn romans Razgrom (1927) en Poslednij iz oedege (1930-1935, onvoltooid) behandelen beide het thema van de burgeroorlog van 1917-1921 in het Verre Oosten van Rusland, waaraan de schrijver als partisaan heeft deelgenomen.

Zijn laatste roman, Molodajagwardija (1946), schildert de ondergrondse strijd tegen de Duitse invallers in het Donbass (Donetzbekken). In zijn werk is de invloed van het voorbeeld van Tolstoj duidelijk merkbaar. Fadejew , sedert 1918 lid van de communistische partij, voltooide zijn mijnbouwkundige studies te Moskou. Hij heeft altijd een vooraanstaande plaats ingenomen in het organisatorische leven van de Sovjetliteratuur. Van 1926-1932 behoorde hij tot de leiding van de groep van proletarische schrijvers; van 1936-1944 bekleedde hij de functies van voorzitter en secretaris van de in 1932 opgerichte Bond van Sovjetschrijvers, in 1946 werd hij, na een reorganisatie, secretaris-generaal van deze Bond.PROF. DR J. M. ROMEIN

Bibl.: Protiw tetsjenija (tegen de stroom, Leningrad 1927, eerder verschenen in: De jonge garde 1923, no 9/10); Razgrom (de vernietiging, Leningrad 1927, Duitse vert.: Die Neunzehn, 1928); Poslednij iz oedege (de laatste der Oedegen, tetralogie, w.v. 3 dln verschenen Moskou 1930-’35, hoofdstukken v. h. 4de dl ald. 1937, Duitse vert.: Der letzte Udehe, 2 dln, Wien 1932-’34)> Kakaja literatoera noezjna rabotsjemoe klassoe (welke literatuur heeft de arbeidersklasse nodig?, Moskou 1932); Leningrad wo wremja blokady (ca 1945, Eng. verf.: Leningrad in the days of the blockade, London 1946); Molodaja gwardija (Moskou 1946, Ned. vert.: De jonge garde, 1947).

Lit.: Literatoernaja entsiklopedija, o. red. v. A. W. Loenatsjarskij, XI (Moskou 1939)*

< >