Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Aleksander Sergejewitsj GRIBOJEDOW

betekenis & definitie

Russisch schrijver (Moskou 15 Jan. 1795-Teheran 11 Febr. 1829), nam dienst bij het Russische leger en werd vervolgens geplaatst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken te St Petersburg, tot hij wegens een partie-carrée duel, waarbij twee paren tegen elkaar vochten, naar de Kaukasus werd gezonden. Gekrenkt door onaangename bejegeningen van de zijde der aristocratie, vervaardigde hij gedurende zijn verblijf in Azië (1824) zijn beroemde comedie Gore ot oema (Verdriet door verstand), waarin hij op een geestige wijze de dwaasheden en gebreken der aanzienlijken in Rusland hekelde.

Het werd als handschrift gedurende 9 jaar met grote bijval gelezen, daar men het niet raadzaam achtte het stuk aan de censuur prijs te geven en eerst na de dood van de dichter kwam het, met uitdrukkelijk verlof van de tsaar, in druk (1832) en op het toneel. Gribojedow werd in 1828 ambassadeur bij het Hof te Teheran, waar hij reeds 11 Febr. 1829 bij een volksoploop vermoord werd. Deze opstandige stemming was ontstaan omdat de Tsaristische regering van de Perzische geëist had, dat alle Christenvrouwen uit de harems vrijgelaten moesten worden. Gribojedow’s werk in onbesnoeide vorm is eerst in 1860 in het licht verschenen.

Hij is in de meest letterlijke zin de „man van één boek”. Maar met dit enige blijspel heeft hij zich aan de top van de Russische comedieschrijvers geplaatst. Zijn Famoesow, de conservatieve vader, de secretaris Molchalin, Sofja en Chatski zijn typen, die heden ten dage nog het Russische publiek in verrukking brengen. Van hem zijn verder nog bewaard een tweede drama, ontwerpen voor twee andere, gedichten, brieven, tijdschriftartikelen enz.Bibl.: Verz. werken uitgeg. d. N. K. Piksanow (3 dln, St.

Petersburg 1911-1917). Gore ot oema is in het Fr. vert. als: Le malheur d’avoir esprit (1885), in het Duits als: Verstand schafft Leiden (1924)

Lit.: N. K. Piksanow, G. i Molière (Moskva 1922); N. Gersjenzon, Griboedowskaja Moskwa (3de dr.

Moskva 1928, Het Moskou vanG.)i N. K. Piksanow, Twertsjeskaja istotija Gore ot oema (Moskva 1929, Het verhaal v. h. ontstaan v. G.); E.

Petuchow, Die G.-Forschung, 1914-1929, in: Zeitschr. f. slav. Philologie VII (1930).

< >