Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zumpt

betekenis & definitie

Zumpt. Onder dezen naam vermelden wij: Karl Gottlob Zumpt, een verdienstelijk letterkundige, geboren te Berlijn den 2sten Maart 1792. hij studeerde te Heidelberg en te Berlijn in de theologie en werd er in 1812 leeraar aan het Werdersche gymnasium en in 1821 professor aan het Joachimsthalsche gymnasium. In 1826 nam hij zijn ontslag, maar werd vervolgens hoogleeraar in de geschiedenis aan de militaire school en in 1836 in de Latijnsche letterkunde aan de universiteit. In 1831 volbragt hij eene reis naar Italië en in 1835 eene naar Griekenland, en overleed te Karlsbad den 25sten Junij 1849.

Hij is de schrijver van eene voortreffelijke „Lateinische Grammatik (1818; 13de druk, 1874)”. Voorts gaf hij de werken van onderscheidene klassieke schrijvers in het licht, bijv. de „Institutiones oratoriae (1831)” van Quintilianus, — voorts die van Curtius (1826), — en de „Orationes in Verrem” en „De officiis” van Cicero. Daarenboven leverde hij verschillende verhandelingen over Romeinsche oudheden, alsmede: „Annales veterum regnorum et populorum (1819; 3de druk, 1842)”, — „Ueber den römischen Ritterstand (1839)”, — „Ueber den Stand der Bevölkerung und die Volksvermehrung im Altherthum (1841)”, — „Ueber den Bestand der philosophischen Schulen in Athen und die Succession der Scholarchen (1843)”, — „Ueber die bauliche Einrichtung des römischen Wohnhauses (1844; 2de druk, 1851)”, — „Die Religion der Römer (1845)”, — en „Ueber die persönliche Freiheit des römischen Bürgers und die gesetzlichen Garantien derselben (1846)”.

August Wilhelm Zumpt, een neef van den voorgaande en desgelijks een verdienstelijk letterkundige. hij werd geboren den 4denDecember 1815 te Königsberg, studeerde te Berlijn in de oude letteren, werd er in 1837 leeraar aan het gymnasium, voorts in 1851 hoogleeraar aan het Friedrich-Wilhelmsgymnasium en overleed den 2den April 1871. Hij schreef: „Commentationes epigraphicae (1850—1854, 2 dln)”, — „Studia romana (1859)”, — een commentaar op het „Monumentum ancyranum (met J. Franz, 1840)”, —„Das Kriminalrecht der römischen Republik (1565—1869, 2 dln)”, — „Das Geburtsjahr Christi (1869)”, — en „Der Kriminalprocesz der römischen Republik (1811)”.

< >