Paladine, een verdienstelijk Fransch generaal, geboren den 9den January 1804 te Malézieux in het departement Lozère, bezocht de militaire school te Saint Cyr, trad in 1824 in dienst en was in 1841 eerst kapitein. Toen trok hij naar Algérië en klom spoedig op tot den rang van luitenant-kolonel. In 1849 nam hij deel aan de expeditie naar Rome, en tijdens den staatsstreek(1851) was hij kommandant van een regiment zouaven in Algérië. Hij proclameerde aldaar het Keizerrijk en werd brigade-generaal.
In Januarij 1869 ontving hij pensioen, benevens het grootkruis van het Legioen van Eer. Na de overgave van Sédan in 1870 trad hij weder in dienst en werd aan het hoofd geplaatst van het Loire-leger. Hij moest dit evenwel nog organiséren, doch had weldra 150000 man bijéén, waarmede hij den 9den November 1870 bij Coulmiers den Beijerschen generaal von der Tann aan het wijken bragt. Deze eerste zegepraal der Franschen baarde groote vreugde in het land, doch kort daarna leed hij bij herhaling eene bloedige nederlaag, zoodat ij het opperbevel moest nederleggen. In 1871 werd hij afgevaardigd naar de Nationale Vergadering en in Maart van dat jaar benoemde Thiers hem tot opperbevelhebber der Nationale garde te Parijs. Wegens gebrek aan energie tegenover de communards werd hij ook van deze betrekking ontheven, aanvaardde in 1875 het lidmaatschap van den Senaat, waar hij tot de regter zijde behoorde, en overleed den 17den Maart 1877. Hij schreef: „La première armée de la Loire (1872)”.