Mittnacht (Herman von), een verdienstelijk Würtembergsch staatsman, geboren te Stuttgart den 17den Mei 1825, studeerde te Tübingen en te Heidelberg in de regten en aanvaardde eene regterlijke betrekking eerst te Ellwangen en toen te Stuttgart. In 1861 werd hij lid van de Tweede Kamer, zag zich in 1862—1867 benoemd tot lid der commissie uit de Standen en was met Varnbüler de leider der Conservatieven. Den 27sten April 1867 werd hij benoemd tot minister van Justitie en erlangde weldra grooten invloed in het Kabinet. In het Tolparlement (1868— 1870) was hij de leider der Würtembergsche particularisten, nadat hij niet weinig had bijgedragen tot de anti-nationale keuzen.
Na het ontslag van Varnbüler (1870) werd hij voorzitter van het ministerie en onderhandelde met Beijeren, alsmede met den Noord-Duitschen Bond te Versailles en te Berlijn omtrent de toetreding van Würtemberg tot het Duitsche Rijk. In 1873, na de aftreding van Wächter, werd hij tevens minister van het Koninklijk Huis, van Buitenlandsche Zaken en van de Middelen van Verkeer. Hij bestuurt niet alleen een groot deel der binnenlandsche aangelegenheden van Wörtern berg, maar vertegenwoordigt het ook, sedert de stichting van het Duitsche Rijk, in den Bondsraad en bij den Rijksdag. Vooral heeft hij zich met betrekking tot de eenvormigheid der regtsbedeeling in dat Rijk verdienstelijk gemaakt.
