Missolonghi (Mesolongion), eene vesting en tevens de hoofdstad der Grieksche nomarchie Acarnanië-Aetolië, ligt aan den ingang van de Golf van Patras, is de zetel van een nomarch, van een Grieksch-Katholieken bisschop en van onderscheidene regtbanken. Zij heeft eene Helleensche school, eene ruime haven, wat scheepvaart en handel, en telt bijna 6000 inwoners. De stad is door dijken tegen de zee beveilgd, aan de landzijde door wallen en grachten omgeven en aan de zeezijde door de forten Vasilades en Anatolico, op eilanden gelegen, gedekt. De stad is betrekkelijk nog jong.
Zij werd door visschers gesticht en bereikte door hare gunstige ligging een aanmerkelijken trap van welvaart. Hoewel in 1715 door de Turken verwoest, nam zij in 1770 al weder deel aan een verzet tegen de Turken. Na het uitbarsten van den Griekschen opstand verhief zij reeds den 7den Junij 1821 de banier der vrijheid. Den 5den November van dat jaar wierp zich prins Maurocordatos met eene kleine bende in de schier ontvolkte stad, en deze werd 2 dagen daarna door 11000 Turken van de land- en zeezijde ingesloten. Een nachtelijke aanval der Turken werd echter door Maurocordatos met zoo veel kracht afgeslagen, dat de vijand den 13den Januari) 1822 aftrok. De Grieksche regéring versterkte daarop de vestingwerken. Reeds in het begin van September werd de stad wederom door een Turksch leger onder Moestapha van de landzijde ingesloten en weldra verscheen vóór de haven een Algerijnsch eskader, zoodat de bezetting reeds gebrek leed aan levensmiddelen, toen Moestapha den 20sten November het beleg opbrak. In 1825 verscheen de seraskier ResjidPasja met 35000 man vóór Missolonghi, door den dapperen Bozzaris met 4000 Roemelioten verdedigd, en den lOden Juli werd de vesting tevens ingesloten door eene Turksche vloot van 10 oorlogschepen onder Topal-Pasja.
Alle aanvallen waren echter vruchteloos en elke storm werd afgeslagen. Toch begon er onder de bezetting gebrek aan levensmiddelen en aan munitie te heerschen, toen Miaulis met 40 schepen verscheen en de Turksche vloot verjoeg. Eene nogmaals beproefde bestorming leed schipbreuk op den dapperen tegenstand der Grieken, en zelfs lbrahim-Pasja, die met 8000 Arabieren en 600 Europeanen vóór de vesting verscheen, kon niets doen. Doch het nijpend gebrek aan mondvoorraad en krijgsbehoeften bragt eindelijk de bezetting tot het besluit, den 22sten April 1826 des avonds na 8 uur eene poging te wagen, om zich door de belegeraars heen een uitweg te banen. Dit gelukte aan slechts weinigen. De overigen werden naar de stad teruggedrongen, maar staken hier de mijnen in brand, zoodat zij met hunne vervolgers in de lucht vlogen. In 1828 werd Missolonghi door de Turken vrijwillig ontruimd. Men heeft er graven van onderscheidene Grieksche vrijheidshelden; ook is Byron aldaar in 1824 overleden.
