Regtbanken zijn collegiën van bevoegde personen, door den Staat aangesteld om het regt te handhaven. Men onderscheidt de regterlijke collegiën in gewone en buitengewone. Deze laatste zijn ingesteld voor bepaalde klassen van personen of bepaalde soorten van geschillen, die minder geschikt zijn, om aan den gewonen regter te worden onderworpen. Als voorbeelden noemen wij de militaire en de administratieve regtsmagt.
De gewone regterlijke collegiën in ons Vaderland zijn vierderlei, namelijk kantongeregten, arrondissementsregtbanken, geregtshoven en de Hooge Raad. Hare bevoegdheid is door de wet geregeld. Niemand kan tegen zijn wil aan den bevoegden regter worden onttrokken. In den regel is de regter van de plaats of van het district, waar de gedaagde woont, de bevoegde persoon, hoewel daarop onderscheidene uitzonderingen bestaan. Somtijds is voor enkele personen een hooger regterlijk collegie aangewezen. De Hooge Raad bijv. oordeelt over alle persoonlijke regtsvorderingen, ingesteld tegen den Koning, de leden der Koninklijke Familie en den Staat, — voorts over alle misdrijven, gedurende den tijd hunner functiën begaan door leden van de Staten-Generaal, van de Rekenkamer, van den Hoogen Raad, van het Hoog Militair geregtshof en de geregtshoven, door ministers, commissarissen des Konings, gezanten bij buitenlandsche Mogendheden en andere hooge staatsambtenaren, terwijl de geregtshoven beslissen over alle regtsvorderingen, waarin de onder hen ressortérende provinciën betrokken zijn, alsmede over alle correctionéle vervolgingen, tegen leden van kantongeregten en arrondissementsregtbanken ingesteld.