Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Melanesiërs

betekenis & definitie

Melanesiërs is bij de nieuwe ethnographen de gemeenschappelijke naam der donkerkleurige bewoners van de Australische eilanden, aanmerkelijk verschillende van de Australische Negers of de bewoners van het vasteland van Australië. Daartoe behooron de inwoners van Nieuw-Caledonië, de Nieuwe Hebriden, den Archipel van Sta Cruz, de Salomons-eilanden, de Louisiaden, Nieuw-Brittanje, Nieuw-Ierland en Nieuw-Guinéa, — in het algemeen de bewoners der westelijke eilanden van den Grooten Oceaan, door de aardrijkskundigen van onzen tijd door den naam van Melanesië onderscheiden van Polynesië en Micronesië. Immers men vindt ook donkerkleurige stammen in den Indischen Archipel, in het binnenland van Celébes, Bornéo, Sumatra en eenige Molukken, alwaar zij gewoonlijk Haraforas of Alfoeren worden genoemd, — voorts in het binnenland der Philippijnsche eilanden, inzonderheid op Luzon en Mindanao, waar zij Ajeta, Ita of Igolotes, door de Spanjaarden Negrito's en Negrillo’s worden geheeten. Wijders behooren daartoe ook de donkerkleurige, onbeschaafde bewoners der binnenlanden van het schiereiland Malakka, alsmede de bevolking der Andamanen.

De Papoea’s op NieuwGuinea vormen reeds een met de Maleijers vermengd ras. Evenals in den Indischen Archipel de donkere Alfoeren zich onderscheiden van de veel lichtere Maleijers, zoo verschillen op de eilanden van Melanesië de Negrito’s van de veel blankere Polynesiërs, die een tak vormen van den grooten Maleischen stam. Ook de bewoners der Fidsji-eilanden zijn Melanesiërs, maar verbasterd door den invloed der Polynesiërs. Op eenige eilanden, zooals Tanna, vindt men beide volkeren. De eigenlijke Melanesiërs zijn in het algemeen roodachtigzwart en hebben wollig, opstaand haar; velen van hen dragen een zeer dikken haarbos op het hoofd. Hunne lippen zijn minder dik en minder platgedrukt dan die der Negers, — hun gelaat is platter en langer dan dat van laatstgenoemden. Hun voorhoofd is laag, hunne oogen zijn klein en zwart, en hunne jukbeenderen springen nog meer uit, dan hunne wangen. De schedel wordt naar de achterzijde niet hooger, zooals die der Afrikaansche Negers.

Zij loopen bijna naakt, tatoeëren de schouders en kleuren het ligchaam met oker. Inmiddels bestaat tusschen de bewoners der verschillende eilanden een groot onderscheid. Tot de schoonste en meest ontwikkelde Melanesiërs behooren de inwoners der Fidsji-eilanden. Men vermeldt, dat de bewoners der Salomons-eilanden in beide opzigten aanmerkelijk van hen verschillen. De uitgestorvene oorspronkelijke bevolking van Van Diemens-land behoorde vermoedelijk desgelijks tot de Melanesiërs, hoewel zij veel overeenkomst had met de Australische Negers. In onzen tijd vertoonen zich de Melanesiërs als overblijfselen eener groote bevolking, die weleer over al de eilanden ten zuidoosten van Azië was verspreid, maar in den loop der eeuwen voor de meerbeschaafde volkeren van den Maleischen stam verdween. Door het onderzoek van Gabelentz is gebleken, dat de talen der Melanesische volkeren, schoon in bijzonderheden verschillend, een gemeenschappelijk karakter hebben en eene zelfde familie vormen.

< >