Irradiatie is een optisch bedrog, waardoor lichte voorwerpen tegen een donkeren achtergrond zich grooter, en donkere voorwerpen tegen een lichten achtergrond zich kleiner vertoonen dan zij werkelijk zijn. Men neemt de irradiatie vooral waar aan den maansikkel, die tot eene grootere schijf schijnt te behooren dan het overig gedeelte van de maan. De irradiatie vertoont zich op alle afstanden, zoowel op dien van duidelijk zien als bij eene aanmerkelijke verwijdering. Hoe sterker de glans van een voorwerp is, zoo veel te grooter vertoont het zich, waarbij men evenwel moet opmerken, dat de irradiatie het sterkst is bij een glans, welke met dien van daglicht overeenkomt.
De hoekwaarde der irradiatie is onafhankelijk van den afstand van het oog en zij zelve is alzoo sterker naarmate die afstand geringer is. Door eene concave lens wordt zij vermeerderd, door eene convexe verminderd, — en wel te meer naar mate de brandpuntsafstand geringer is. Als men dus eene ster door een kijker waarneemt, zal de irradiatie zeer gering wezen, waartoe de omstandigheden medewerken, dat het licht door de breking verzwakt wordt en de kijker het voorwerp grooter vertoont, terwijl de waarde der irradiatie dezelfde blijft. Men beschouwt de uitbreiding van den lichtindruk op het netvlies als de oorzaak der irradiatie.