Heinzen (Karl Peter), een schrijver over onderwerpen van staatkundigen aard, geboren te Grevenbroich in Pruissen den 22sten Februari] 1809, bezocht het gymnasium te Cleef en studeerde te Bonn in de geneeskunde.
Weldra werd hem hier het verblijf aan de universiteit ontzegd, en hij nam dienst onder de koloniale troepen in Nederland. Na voleindigden diensttijd keerde hij uit Batavia naar Duitschland terug en zag er zich geplaatst bij de belastingen. Als weduwnaar en belast met de zorg voor 4 minderjarige kinderen, bevond hij zich in zeer bekrompene omstandigheden en gaf zijn wrevel lucht in de brochure „Ein Stück Beambtenleben”. Evenwel werd hij eerst 8 jaar later secretaris der directie van den Rijnspoorweg te Keulen en bekleedde daarna eene betrekking bij de brandwaarborgmaatschappij te Aken. Hij besteedde zijn vrijen tijd aan het schrijven van zijne „Reise nach Batavia (1841; 2de druk 1842)”. Daarop volgden „Gedichte (1841)”, — het blijspel „Doctor Nebel oder Gelehrsamkeit und Leben (1842)”, — en 2 staatkundige vlugschriften „Die Ehre” en „Die geheimen Konduitenlisten”.
Wegens zijne bijdragen in de „Leipziger allgemeine Zeitung” en de „Rheinische Zeitung” kwam hij in botsing met de censuur, en hij ontleende hieraan de aanleiding tot het schrijven van „Die preuszische Bureaukratie”, hetwelk aanstonds werd verboden en verbeurd verklaard. Heinzen nam de wijk naar België en vervolgens naar Zwitserland, waar hij zich aan het hoofd stelde der liberale propaganda en in talrijke brochures gloeijende taal aan de Duitschers verkondigde. Daar hij uit het canton Zürich, vervolgens uit Bern en zelfs uit Baselland verbannen werd, vertrok hij naar Amerika, maar keerde in 1848 naar Europa terug. Hier behartigde hij de belangen der sociaal-republikeinsche partij, en toen de opstand in Baden mislukte, zette hij te Straatsburg den revolutionairen arbeid voort. Intusschen kwam hij openlijk in verzet tegen Hecker, verscheen bij het uitbarsten der omwenteling in Baden in den zomer van 1849 als aanvoerder eener vrijschaar op het tooneel, maar vlood bij het dempen van den opstand over de grenzen en keerde naar Amerika terug, waar hij eerst te New-York vertoefde, daarna te Cincinnati den „Pionnier”, een Duitsch dagblad, uitgaf, en zich in 1860 te Boston vestigde, waar hij de uitgave dier courant voortzette. Zijne „Gesammelte Schriften” zijn in 1860 te New-York in het licht verschenen.
