Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hallmann

betekenis & definitie

Hallmann (Anton), een Duitsch architect, schilder, teekenaar en schrijver, geboren te Hannover in 1812, ontving het eerste onderwijs in de bouwkunst van Hellner in zijne geboorteplaats, en begaf zich vervolgens naar de académie te München. In 1833 ging hij naar Rome, en in 1834 verbond hij zich met Wilhelm Schulz uit Dresden tot de uitgave van een werk over de Normandische gebouwen in Calabrië en op Sicilië. Terwijl zijn medewerker nasporingen deed in de archieven, vervaardigde Hallmann schetsen, welke hij vervolgens te Rome graveerde. Een en ander verscheen echter eerst in 1846 te Dresden in het licht.

In 1839 keerde hij naar München terug, waar Gartner hem met het opzigt op eenige gebouwen belastte, doch reeds in het daarop volgende jaar begaf hij zich naar Petersburg, en van hier over Denemarken naar Engeland. Te Londen hield hij in eene vereeniging van bouwkundigen eene merkwaardige voorlezing over de geschiedenis van den Grieksch-Russischen kerkdijken bouwtrant, waarvoor hem eene medaille werd toegekend, terwijl een uittreksel uit zijn stuk eene plaats vond in het „Athenaeum (1840)”. Ook ontwierp hij er een prachtig plan voor een beursgebouw. Van daar begaf hij zich naar Frankrijk, waar hij te Parijs aan de Société des arts et des metiers teekeningen voorlegde van bouwgewrochten in Calabrië en op Sicilië, welke hem wederom eene gouden medaille bezorgden. Nadat hij aan Friedrich Wilhelm IV, koning van Pruissen, voorts een grootsch ontwerp had aangeboden voor den bouw eener Protestantsche hoofdkerk, zag hij zich tot „Hofbauinspektor” benoemd. Toch wees Hallmann deze betrekking van de hand, omdat zij hem tot een staatsexamen verpligtte, en keerde in het voorjaar van 1841 naar Rome terug.

Hier wijdde hij zich aan de schilderkunst en leverde voorstellingen van gebouwen in olieverw. In de lente van 1842 begaf hij zich naar Dresden, waar hij een prachtig plan ontwierp voor een regeringsgebouw te Berlijn. Hij spoedde zich derwaarts in den herfst van dat jaar en gaf er zijn werk: „Kunstbestrebungen der Gegenwart” in het licht. Dientengevolge werd het jaargeld, hem door den Koning toegekend, verlengd, zoodat hij in 1843 weder naar Rome ging en er onderscheidene doeken in olieverw voltooide, van welke vooral „Een dag op Cyprus” ongemeen geroemd wordt. In 1844 schilderde hij voor den Koning van Pruissen eene groote, vervallene villa bij avondschemering. Hij overleed te Livorno den 20sten Augustus 1845.

< >