Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Groene Voorgebergte

betekenis & definitie

Het Groene Voorgebergte of Kaap Verd Het Groene Voorgebergte strekt tusschen de Senegal en de Gambia, 2 Afrikaansche rivieren, zich uit in den Atlantischen Oceaan en vormt onder 15° N. B. het westeljjk punt van dat werelddeel.

Het is in 1445 door den Portugees Fernandez ontdekt. In zjjne nabjjheid bevinden zich de:

Eilanden van het Groene Voorgebergte of Kaap-Verdische eilanden, die 10 in getal met eenige klippen aan de westkust van Afrika en 70 geogr. mijl van boven-vermelde Kaap tusschen 14°45' en 17°15' N. B., en 23° en 25° W. L. van Greenwich gelegen zijn en eene oppervlakte bezitten van bjjna 78 □ geogr. mijl. Men verdeelt ze in 2 groepen, nameijjk de Westelijke boven den wind met de eilanden S. Antonio, S. Vicente, S. Lucia en S. Nicolao, — en de Oostelijke onder den wind met Brava, Fogo, Santiago, Bonavista, Majo en Ilha de Sal. De vaarwaters tusschen deze eilanden zjjn volstrekt niet gevaarljjk. Sommige dier eilanden zjjn laag, zooals Sal en Bonavista, doch de overige bergachtig met steile, schilderachtige kusten. Onderscheidene bergtoppen zijn er nagenoeg het geheele jaar met sneeuw bedekt. Op San Antonio verheft zich het Suikerbrood (Pao d’Aꞔucar) ter hoogte van 2000 Ned. el, en de Pico de Fogo, een vulkaan, die in 1847 een groot gedeelte van het bebouwde land door een lavastroom verwoestte, is bijna 1000 Ned. el hooger. In het algemeen hebben die eilanden een vulcanisch karakter; men vindt er veel basalt en puimsteen, alsmede onderscheidene warme bronnen. Het klimaat is er van December tot Juljj zeer warm (gemiddeld 25° C.), doch in Augustus neemt de regentijd een aanvang, die tot in November voortduurt.

Na dien tjjd heerschen er dikwjjls gevaarlijke ziekten en ’s winters waaijen er veelal weste- en zuidwestewinden, die zich, van onweders vergezeld, tot stormen verheffen. Men heeft er weinig bouwland, en de daarop gevestigde hoop wordt vaak door droogte en door sprinkhanen verijdeld. Wouden zoekt men er te vergeefs; slechts hier en daar verheffen zich groepen kokos- en andere palmboomen, terwjjl de kloven en dalen met struikgewas begroeid zijn. Daar wassen de indigo- en katoen-heester in het wild. Voorts heeft men er bananen en tamarindeboomen, oranje-appelen, een weinig wijn, suikerriet, koffij, tabak, rjjst, maïs, gierst enz., alles in geringe hoeveelheid, doch de voornaamste artikelen van uitvoer zjjn zout en orchilla, beide tot de natuurlijke voortbrengselen dier eilanden behoorende. Wjjders ontbreekt het er niet aan paarden, ezels, muildieren, gevogelte en visch, terwijl er de kust door de reuzenschildpad bezocht wordt.

Van al die eilanden is Santiago het grootst (36 □ geogr. mjjl), San Antonio het gezondst en het volkrijkst, en Bonavista het gewigtigst voor den handel. Het aantal inwoners bedraagt ruim 100000. Deze eilanden vormen met die der Golf van Guinéa een Portugeesch-Afrikaansch gouvernement, welks gouverneur in de havenstad Porto-Praya op Santiago zjjne residentie heeft. Andere havens zjjn er die van Porto Grande op San Vincente, die van Preguizo op San Nicolao en de Engelsche reede op Bonavista. Op ieder eiland bevinden zich een militaire bevelhebber en een belastinggaarder, doch het bestuur is er ellendig en de armoede groot. De Kaap-Verdische eilanden zjjn in 1456 door den Venetiaanschen zeeman Cadamosto ontdekt.

< >