Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gasz

betekenis & definitie

Gasz (Friedrich Wilhelm Heinrich Joachim) een verdienstelijk Protestantsch godgeleerde, werd geboren te Breslau den 28sten November 1813. Zijn vader, een vriend en geestverwant van Schleiermacher, was aldaar professor en consistoriaalraad. Zijn zoon studeerde te Breslau, te Halle en te Berlijn, werd in 1828 doctor in de wijsbegeerte, en in het volgende jaar licentiaat in de theologie, waarna hij zich in 1840 als privaat-docent vestigde in zijne geboortestad. In 1846 werd hij er buitengewoon hoogleeraar in de godgegeleerdheid, ging in 1847 in die betrekking naar Greifswald en zag zich in 1855 aldaar benoemd tot gewoon hoogleeraar.

In 1861 vertrok hij als zoodanig naar Gieszen, en in 1868 als opvolger van Richard Rothe naar Heidelberg. Hij is vooral werkzaam op het gebied der kerkelijke geschiedenis en meer bepaald op dat van de geschiedenis der kerkleer. Hij leverde onder anderen geschriften over „Gennadius und Pletho, Aristótelismus und Platonismus in der griechischen Kirche (1844)”, — alsook over „Die Mystik des Nikolaus Kabasilas vom Leben in Christo (1841)”, — voorts een aantal artikelen in Herzog's „Theologische Encyklopädie”. Allengs echter vestigde hij bij voorkeur zijne aandacht op de ontwikkeling van het Protestantismus en schreef eene „Geschichte der protestantische Dogmatik im zusammenhange mit der Theologie überhaupt (1854—1857, 4 dln)”, een boek, dat zich onderscheidt door een vrijzinnigen geest. Voorts gaf hij den „Briefwechsel” van Schleiermacher met zijn vader in het licht, — eenige kleine stukken, zooals over Calixtus en het Syncretismus, — alsmede „Die Lehre vom Gewissen (1869)”, terwijl in het „Bibel-lexikon” van Schenkel en in onderscheidene tijdschriften belangrijke bijdragen van zijne hand werden opgenomen.

< >