Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gaszner

betekenis & definitie

Gaszner (Johann Joseph), een man, die in de 18de eeuw als duivelbanner eene groote vermaardheid verkreeg, werd geboren den 20sten Augustus 1727 te Bratz bij Pludenz in Tyrol. Als R. Katholiek pastoor te Klösterle in het bisdom Chur kwam hij door het lezen der Bijbelsche verhalen omtrent bezetenen en door het bestudéren der geschriften van beruchte toovenaars tot de overtuiging, dat de meeste ongesteldheden veroorzaakt werden door booze geesten, die men alleen door het uitspreken van gebeden enz. kon verwijderen. Hij genas eenige kinderen in zijne gemeente en verwekte hierdoor groot opzien. De bisschop van Constanz ontbood hem, overtuigde zich zonder veel moeite van de kwakzalverij van Gaszner en gaf hem den raad om zich weder naar zijne gemeente te begeven en zich rustig te houden.

Doch Gaszner spoedde zich naar andere praelaten, van welke sommigen onnoozel genoeg waren, om hem voor een wonderdoener te houden. Ja, de bisschop van Regensburg riep hem in 1774 naar Ellwangen, en hier genas hij, zoo het scheen, lammen, blinden en lijders, die door krampen en vallende ziekte geplaagd werden, met de magtspreuk „Cesset (Hij wijke)!” Hoewel een daartoe benoemd ambtenaar bg voortduring het toezigt hield over die genezingen, bleek het weldra, dat de wonderdoener gezonde personen met de rol van zieken belastte, en dat bij werkelijke lijders de genezing slechts zoolang aanhield als hunne verbeeldingskracht zich onder den invloed bevond van zijne bezweringen. Verlichte mannen kwamen in verzet tegen zulk eene misleiding, en toen de wonderdoener den 4den April 1779 overleed, had hij reeds lang al zijn gezag verloren. Eenige jaren te voren had zijn beschermer, de bisschop van Regensburg, hem de voordeelige decanaat Bondorf toegekend.

< >