Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gastein

betekenis & definitie

Gastein is de naam van een dal en van 3 dorpen in het Oostenrijksche hertogdom Salzburg. Gemeld dal is een zijdal van de Pinzgau of van het Salzachdal en heeft bij eene breedte van ½ eene lengte van 10 uur gaans. Op zijn achtergrond, ten zuiden, verheft zich de Malnitzer- of Naszfeld-Tauern ter hoogte van 2500 en de Ankogel ter hoogte van 3300 Ned. el, terwijl de zijwanden uit noordwaarts voortschrijdende Alpentakken bestaan. Overal ziet men er de bergen met groene weiden en wouden bedekt, waaruit hier en daar naakte rotsklompen en gletschers oprijzen.

In het midden van het dal stroomt de woeste Gasteiner Ache, die onderscheidene watervallen vormt, ten laatste door de Klamm, eene naauwe rotskloof, heendringt en zich in de Salzach uitstort. Men heeft in het dal 20 kleine dorpen of gehuchten met ongeveer 4000 inwoners. Het verst in het zuid-zuidwesten, ter hoogte van ruim 1000 Ned. el boven de oppervlakte der zee, vindt men het dorp Bockstein met eene fraaije kerk en met eene klop-, wasch- en amalgameerinrigting voor het goudbevattend erts van den aldaar gelegen Rathhausberg, die 2700 Ned. el hoog is. Niet ver van daar vormt de Ache den Ketelval, en eene van het Pockhartmeer afkomende beek den Sluijerval (80 Ned. el hoog). Een uur gaans beneden Böckstein bereikt men ter hoogte van 950 Ned. el. op den Graukogel, een gneisgevaarte ter hoogte van 2500 Ned. el, de beroemde badplaats Wildbad-Gastein, wier bronnen reeds in de 7de eeuw bekend waren. De houten woningen verheffen er zich aan de berghelling boven elkaar, doch in lateren tijd zijn er eenige fraaije steenen huizen en villa’s bijgekomen, onder anderen eene villa van den aartshertog Johann met een merkwaardigen botanischen tuin. De beide wanden van het dal zijn er gescheiden door de Ache en over deze verbonden door eene brug, terwijl die rivier er met 2 prachtige watervallen van de hooge bergterrassen afdaalt en zich schuimend en bruisend door de naauwe kloof spoedt. Jaarlijks verschijnen er omstreeks 3000 badgasten uit den aanzienlijken stand.

Het saizoen duurt er van half Mei tot het einde van September, en de badkuur vereischt er slechts 21 baden. Wegens de hoogte van den bodem is het klimaat er guur, en zelfs in het midden van den zomer kunnen de zonnestralen er niet langer dan 8 uur aaneen in het dal doordringen, zoodat de ochtend en avond er zeer kil zijn. Bij slecht weder kan men er wandelen in de beslotene gaanderij, waar men een fraai uitzigt heeft over het dal; voorts ontbreken er alle gewone vermakelijkheden der badplaatsen. Het kasteel, door Hiërónymus, den laatsten aartsbisschop van Salzburg, in 1794 gebouwd en voor de badgasten bestemd, is eerst door de Oostenrijksche regéring voor hen geopend; het bevat een 20-tal vertrekken, het met serpentijn bekleede vorstenbad en 5 andere baden. De namen der bronnen zijn de Vorsten-, de Waterval-, de Chirurgs-, de Doctors-, de Beneden-, de Vleermuis-, de Gräbebäcker- en de Ferdinandsbron.

Zij zijn allen van denzelfden aard, namelijk alkalisch-salinisch en hebben eene warmte van 35 tot 43° C. Hare werking is zacht prikkelend, oplossend en bedarend, zoodat men ze vooral gebruikt bij chronisch zenuwlijden, bij jicht en rheumatiek, bij ongesteldheid der slijmvliezen, bij huidziekten enz. Tevens wordt het bronwater gedronken. De ongunstige ligging dezer plaats was oorzaak, dat men in 1828—1830 in houten buizen het water geleid heeft naar Hofgastein, een vlek, dat op 2 uur afstands van daar veel lager gelegen is. Bij de komst van het water hier ter plaatse is het nog zóó warm, dat men het eerst moet laten afkoelen, voordat het als bad gebruikt kan worden.

Onder den naam van Gasteiner Conventie is het verdrag bekend, hetwelk te Wildbad-Gastein den 14den Augustus 1865 gesloten werd tusschen den Pruissischen minister-president von Bismarck en den Oostenrijkschen gevolmagtigde graaf Blome, een verdrag, dat 6 dagen later bij eene zamenkomst van Koning Wilhelm en Keizer Franz Joseph te Salzburg geratificeerd werd. Hierdoor werd de tweespalt dier beide Mogendheden over den staatkundigen toestand der 3 Elbe-hertogdommen voorloopig bijgelegd. Oostenrijk stond zijne regten op Lauenburg aan Pruissen af tegen eene geldelijke schadevergoeding, terwijl voorts Oostenrijk in Holstein en Pruissen in Sleeswijk het regt van bewind bezitten zou. Daarenboven verkreeg Pruissen het oppergezag over de haven te Kiel, het regt om Rendsburg mede te bezetten, twee militaire wegen door Holstein, de bevoegdheid om een nieuw kanaal te graven van de Noordnaar de Oostzee enz. Een en ander is echter in 1866 weder vernietigd.

Het vlek Gastein of Hofgastein is de hoofdplaats van het dal en van het arrondissement Gastein en ligt 10 geogr. mijl ten zuiden van Salzburg op den regteroever der Ache ter hoogte van 900 Ned. el boven de oppervlakte der zee en aan den voet van den Gamskarkogel (1500 Ned. el hoog). Men heeft er 1000 inwoners, wat meer ruimte dan te Wildbaden bevalliger woningen, doch niet veel verstrooijing voor de badgasten, terwijl er tevens weinig schaduw is voor den wandelaar. Eene merkwaardige inrigting is er het militaire hospitaal, door den verdienstelijken aartsbisschop Ladislaus Pyrker in 1832 voor 8 officieren en 30 man gebouwd. Op een plein van dit vlek verrijst een gedenkteeken ter eere van Keizer Franz I, onder wiens bewind het water uit Wildbad-Gastein derwaarts werd gevoerd. Hofgastein en Salzburg waren in het midden der 16de eeuw de rijkste plaatsen van dien omtrek, daar de mijnen er in die dagen eene groote hoeveelheid goud en zilver leverden. Thans echter schijnt die voorraad uitgeput te wezen. Niet ver ten zuiden van Hofgastein ligt de bekoorlijke villa van den prins van Hohenzollern-Sigmaringen, en 2 uur van daar in de noordelijke rigting vindt men Dorfgastein.

< >