Echeveria Dec., een plantengeslacht uit de familie der Crassulaceën, onderscheidt zich door een 5-deeligen kelk, 5 aan den voet vereenigde, regtopstaande, dikke, spitse, met eene benedenwaarts dikkere middelnerf voorziene bloembladen, korte meeldraden en 5 korte, stompe honigschubben. Het omvat halve heesters, die in Mexico en Californië groeijen en waarvan sommigen als sierplanten bekend zijn, zooals E. cocemea Dec. met fraajje scharlakenroode, van binnen geelachtig roode bloemen, in lange aren geplaatst, — E. gibbiflora Dec. met bloemen, die aan den voet wit en aan den rand licht-scharlakenrood en tot pluimen vereenigd zijn, — E. grandifolia Ham. met schoone scharlakenroode, tot pluimen vereenigde bloemen, — en E. racemosa Cham. met licht-vermiljoenroode, tot trossen zamengevoegde bloemen. De bjj ons nog niet lang bekende E. metallica met hare vrij breede, tongvormige, metaalglanzende bladeren is reeds eene zeer gezochte sierplant in onze tuinen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
