Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duym

betekenis & definitie

Duym (Jonkheer Jacob), een Nederlandsch dichter, geboren te Leuven omstreeks het jaar 1574, omhelsde de krijgsdienst, en verdedigde als kapitein van een vendel voetknechten onder prins Willem I het fort Lillo, doch werd op den Kouwensteinschen dijk bij Antwerpen gevangen genomen en op bevel van Mondragon naar Namen gebragt, waar hij bijna 2 jaar in den kerker sleet. Toen hij daarna tegen een hoog losgeld ontslagen werd, was zijne gezondheid zoo deerlijk verwoest, dat hij zijne krijgsmansloopbaan moest verlaten. Hij vestigde zich te Leiden en wijdde zich aan de beoefening der letteren.

Hij schreef: „Een spiegelboek inhoudende ses spiegels, waarin veel deuchden claer aan te mercken zijn, speelswijs in dicht ghestelt (1600)”, — „Een ghedenckboek hetwelk ons leert aan al het quaet en den grooten moetwil van de Spanghiaerden en haren aanhanck ons aanghedaen te ghedenken enz. (1606)”, bestaande uit 6 tooneelstukken van vaderlandschen inhoud, — en „Corte historische beschrijvinge der Nederlandschen oorloghen, van den beginne ende aanvangh aff der beroerten tot het twaalffjarigh bestand toe (1612 en 1614)”, gedrukt achter het werk van Petrus Scriverius „Beschrijvinge van Oud-Bataviën enz.”, mede uitgegeven onder den titel van „Saxo Grammaticus (Scriverius) Oudt Bataviën enz. Mitsgaders des Lands oude Graven enz. Beschreven door Jacob Duym (1606)”.

< >