Donald is de naam van eenige koningen van Schotland. Van hen vermelden wij:
Donald I, die in 178 na Chr. den troon beklom en het Christendom in Schotland invoerde. Hij streed dapper tegen de Romeinen onder keizer Severus, doch moest een groot gedeelte van zijn rijk afstaan. Hij overleed in 216 niet lang na het sluiten van den vrede.
Donald V, die in 854 de opvolger werd van zijn broeder Kenneth. Door zijne uitspattingen deed hij een opstand uitbarsten onder de Picten, die zich met Osfred en Mla, de magtigste vorsten van Engeland, verbonden. Toen hij na het herstel des vredes in zijn rijk terugkeerde, werd hij door de aanzienlijken in den kerker geworpen en stierf niet lang daarna.
Donald VII of Duncan I, die eerst gouverneur was van Cumberland en in 1034 tot Koning gekozen werd. Hij hield met kracht de teugels des rijks en beschermde het volk tegen de verdrukking der aanzienlijken. Overwonnen door Suéno, koning der Denen, nam hij de vlucht naar Perth, doch werd door zijn bloedverwant Macbeth bijgestaan. Laatstgenoemde vermoordde hem in 1044 en maakte zich meester van den troon. Shakspere ontleende aan die gebeurtenis de stof voor zijn uitstekend treurspel „Macbeth”.
Donald VIII, bijgenaamd Bane of de Witte, een zoon van den voorgaande. Na den dood van zijn broeder Malcolm (1093) plaatste hij zich met hulp van Magnus, koning van Noorwegen, op den troon, maar wegens zijne gestrengheid voegde de adel zich aan de zijde van een anderen pretendent, Duncan genoemd. Nadat hij dezen door sluipmoord had uit den weg geruimd, kwam hij weder aan het bewind, doch daar hij het land niet kon beschermen tegen de aanvallen van Engeland en Noorwegen , droegen de Schotten het bestuur op aan prins Edgar, een zoon van Malcolm III. Deze vorst stiet hem van den troon, beroofde hem van het licht der oogen en wierp hem in den kerker, waar hij in 1098 overleed.