Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Canarie-vogel

betekenis & definitie

Canarie-vogel (De) behoort tot de afdeeling der zangvogels, tot het geslacht der vinken en vormt eene soort, die met den naam van Fringilla canaria bestempeld wordt. Hij behoort tot onze meest-gewone kamervogels, daar men hem in eene kooi zonder veel moeite in het leven houdt en hij gedurende het geheele jaar, behalve in den ruitijd, zijn gezang laat hooren. In zijn vaderland — de Canarische eilanden — leeft hij op de vlakten en in de tuinen. Hij is in de 16den eeuw eerst naar Cadix en naar het zuiden van Italië overgebragt en van hier tot diep in het noorden doorgedrongen.

Bij voorkeur voedt hij zich met het zaad van canarie-gras. In den vrijen toe stand is het mannetje van boven groenachtig geel, van onderen goudgeel en aan de zijden vuil-wit met langwerpige brpine vlekken. De bovenste slag- en staartpennen benevens de kop zijn grijs. Het wijfje is echter veel minder fraai gekleurd. Door het aanfokken zijn echter talrijke verscheidenheden ontstaan met citroengele en witte, stroogele, isabelle-kleurige, grijze, bruine kleuren enz. Met andere vink-soorten vormt hij bastaarden, en op het eiland Elba is hij inheemsch geworden. Vele vogelhandelaars in Tyrol, het Schwarzwald en Thüringen houden zich bezig met de canarie-broeijerij en vervoeren de vogels naar Nederland, Engeland, Turkije en Rusland.

< >