Bremer blaauw, ook wel kalkblaauw, Hamburger blaauw en mineraal blaauw genaamd, onderscheidt zich van het bergblaauw door de eigenschap, dat het geen koolzuur bevat en dus niet bruist, wanneer het met zure vloeistoffen in aanraking komt. Het Bremerblaauw is een koperhydroxyde, lichtblaauw van kleur en, schoon het zeer goed dekt, niet zeer duurzaam.
De deugdelijkheid der verfstof hangt geheel en al af van de bereiding, en men verkrijgt goed Bremer blaauw alleen uit basische zouten, die door natronloog worden ontleed. Men vervaardigt het doorgaans van koper-oxychloride, en men verkrijgt dit laatste door 100 deelen gesnipperd koperblik in groote opene troggen, waaraan zich geen ijzeren spijkers bevinden, met 60 deelen keukenzout en 30 deelen zwavelzuur, dat vooraf met een 3-voudig volumen water verdund is, te vermengen. Het koperchloride, dat hierbij ontstaat, verandert langzamerhand in oxy-chloride (in de fabrieken “oxyde"genoemd), en deze verandering moet geheel voleindigd wezen, wanneer men goed Bremer blaauw verlangt. Van dien dikken brij vermengt men 100 deelen met 7 deelen eener geconcentreerde oplossing van kopervitriool; onder het omroeren doet men er 40 deelen kali-loog van 32-36°C. bij, en men voegt het mengsel allengs en onder gestadig omroeren bij 150 deelen kali-loog van 20°C. De neêrslag wordt uitgewasschen, door eene zeef gedrukt en bij eene zachte warmte in de schaduw gedroogd.
Men verkrijgt eene bijzonder fraaije soort van Bremer blaauw, wanneer men salpeterzuur koperoxyde met eene even voldoende hoeveelheid koolzure kali oplost, den groenen neêrslag verzamelt, en dien met eene oplossing van zink-oxyde bij kali-loog voegt, waardoor het Bremer blaauw in een los, donkerblaauw poeder verandert, dat een aanmerkelijk dekkend vermogen bezit.
Bremer blaauw wordt als water- en als olieverf gebruikt. Is het bestemd tot het kleuren van behangsels en ander papier, dan komt het in den handel in de gedaante van brij. Het moet zonder bruisen in zuren oplossen, en als men uit de oplossing door middel van zwavelwaterstof het koper heeft doen neêrslaan, mag door koolzure natron geen nieuwe neêrslag ontstaan, daar het in dit geval met kalk of magnésia vervalscht is. Zulk Bremer blaauw, of ook een mengsel van Bremer blaauw en aluin-aarde, komt onder den naam van kalkblaauw in den handel. Wrijft men het Bremer blaauw met olie, dan wordt het groen, weshalve het ook den naam draagt van Bremer, Engelsch, Fransch of Maagdenburgsch groen. Zwavelwaterstof geeft hieraan eene bruine kleur, en Bremer blaauw, met zink-geel vermengd, levert eene zeer goede groene olie-verf.