Burgemeester en voorzitter van den Senaat der vrije stad Lübeck, werd aldaar geboren den 22sten Junij 1800, studeerde in de regten te Göttingen en te Jena, vestigde zich in zijne geboorteplaats, werd er in 1836 lid van den Senaat, en bewees er in staatkundige aangelegenheden belangrijke diensten.
In 1838 werd hij afgevaardigd naar de Bondsvergadering te Frankfort, in 1841 nam hij deel aan de onderhandelingen omtrent den spoorweg van Berlijn naar Hamburg, en in 1842 aan die te Dresden omtrent de scheepvaart op de Elbe. In 1844 ondergingen te Lübeck onder zijne leiding de instellingen van weldadigheid eene belangrijke hervorming. In 1848 was hij gevolmagtigde van Lübeck bij den “Reichsverweser”, en in 1850 vertegenwoordiger van zijne geboorteplaats bij de conferenties te Dresden. Zoowel in 1848 en 1849 als in 1861 en 1862 zag de verdienstelijke man zich bekleed met de betrekking van burgemeester en voorzitter van den Senaat.