Bazancourt (César, baron de), een Fransch schrijver, geboren in 1810, was ten tijde van Lodewijk Philips koninklijke bibliothecaris in het slot van Compiègne. Gedurende den oorlog in het Oosten (1855) werd hij door de Keizerlijke regering belast met eene zending naar de Krim.
Vandaar moest hij aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gedurig berigt geven omtrent den stand en den loop der zaken. Die berigten zijn gedrukt onder den titel “Cinq mois au camp devant Sébastópol.”
Daarenboven verzamelde hij er bouwstoffen voor een uitgebreid werk over den Oosterschen oorlog (L’expedition de Crimée etc., 2 dln, Parijs 1857, 3de uitgave). In 1859 werd hij door Napoleon III naar Italië gezonden, om eene kroniek te vervaardigen van den veldtogt aldaar; zij is in het licht verschenen onder den titel “La campagne d’Italie de 1859.” Daarenboven heeft hij eenige romans en eene “Histoire de Sicile sous la domination des Normands” uitgegeven.