Baumannshöhle (De) is de naam van eene merkwaardige grot in den overgangskalk- steen van het Harzgebergte in het Bruns- wijksche vorstendom Blankenburg op den linkeroever der Bode, 2 uur gaans van Blankenburg en digt bg Rübeland. De ingang ligt 45 Ned. el boven het dal der Bode, en zij bestaat uit 6 groote en een aantal kleinere ruimten.
Overal zijn er de gewelven met stalactieten bedekt, terwijl er stalagmieten in menigte van den bodem oprijzen. De eerste ruimte, 70 Ned. el breed en 10 Ned. el hoog, is de grootste, en zij heeft inderdaad een indrukwekkend voorkomen. Overal vindt men er zonderlinge gedaanten van druipsteen, waaraan men bepaalde namen heeft gegeven. De reiziger kan deze grot zonder groote bezwaren bezoeken: hier en daar moet hij zich bukken of eene ladder beklimmen, — hg wordt daarvoor ruimschoots schadeloos gesteld, vooral wanneer zgn gids de indrukwekkende zalen met Bengaalsch vuur verlicht.
De Baumannshöhle werd in 1672 ontdekt door een mijnwerker, Baumann genaamd, die er in doordrong, om ertsen op te sporen, maar bg den terugkeer verdwaalde en eerst na verloop van 2 etmalen den ingang terugvond. Hij aanschouwde met blijdschap het daglicht weder, maar overleed kort daarna van vermoeijenis. — Niet ver van daar — aan de overzijde der Bode — ligt de Bielshöhle.