Eene geleerde Italiaansche vrouw, werd geboren te Bologna op den 29sten October 1711. Reeds vroeg maakte zij kennis met de voornaamste Latijnsche en Grieksche schrijvers en wijdde zich vervolgens aan de studie der wijsbegeerte. Den 17den April 1732 verdedigde zij tegen 5 hoogleeraren der universiteit te Bologna onderscheidene stellingen over demoeijelijkste gedeelten der bovennatuurkunde en spreidde hierbij zoo groote geleerdheid met zulk eene ongekunstelde bescheidenheid ten toon, dat men haar eenstemmig de doctorale waardigheid verleende.
Bij al de eerbewijzen, die zij van de geleerdste mannen ontving, behield zij hare eenvoudigheid en bevalligheid. In 1741 werd er haar door den Senaat een hoogleeraarsambt toevertrouwd , en van alle kanten snelden de jongelingen derwaarts, om haar te hooren. Zij werd voorts geplaatst aan de academie, door Benedictus XIV te Bologna gesticht. In de “Gedenkschriften” van het Instituut aldaar zijn twee opstellen van hare hand , welke zeer worden geroemd.
Tevens was zij dichteres. In 1738 gehuwd met doctor Verrati, vervulde zij bij de pligten van haar ambt die van echtgenoote en moeder. Zij had 12 zonen, wier opvoeding zij zelve bestuurde, en overleed op den 20sten Februarij 1788. De dames te Bologna hebben ter harer eere een gedenkteeken opgerigt.