Eene Italiaansche stad in de provincie Vicenza, is aan den linkeroever der Brenta op eene hoogte in een vruchtbaar oord gelegen. Zij is omringd door oude, met klimop begroeide muren met 6 poorten; zij bezit 12000 inwoners, ellendige straten , eenige fraaije pleinen, 30 kerken, waarin men hier en daar prachtige schilderijen aantreft , eenige kloosters, eene inrigting van Barmhartige zusters, een gymnasium, een muséum van schilderijen, 2 weeshuizen, 2 schouwburgen, een botanischen tuin enz.
Er worden in den omtrek veel olijven, druiven en groenten verbouwd, ook zijn er eenige fabrieken , en er is een levendige handel. In hare nabijheid verheffen zich sierlijke villa’s en onder deze de prachtige villa Rezzonico met standbeelden van Canova. Niet ver van deze stad versloeg Napoleon I den 8sten September 1796 den Oostenrijkschen generaal Wurmser. Ook later is hier tusschen de Franschen en Oostenrijkers bij herhaling gestreden. Napoleon I verhief in 1809 Bassano tot een hertogdom en schonk het aan den staatssecretaris Maret, die alzoo Hertog van Bassano werd (zie onder Maret).