Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 12-01-2018

Ausonius

betekenis & definitie

Ausonius (Decimus Magnus), de meestberoemde Romeinsche dichter der 4de eeuw, werd in den aanvang dier eeuw geboren te Bordigala (Bordeaux). Hij was leeraar in de welsprekendheid en taalkunde in zijne geboorteplaats, en zijn roem klom dermate, dat keizer Valentinianus hem tot opvoeder aanstelde van zijn zoon Gratianus en hem tot quaestor en praefectus praetorio verhief. Ten tijde van Gratianus ging hij als consul naar Gallië. Na den dood van dien begunstiger begaf hij zich naar zijn landgoed in de nabijheid van Bordeaux, wijdde er zich aan de beoefening der wetenschap en aan den landbouw, en overleed er in het jaar 392 na Chr.

Ausonius was een Christen, zooals uit zijne gedichten duidelijk blijkt. Wij bezitten van hem epigrammen, wier echtheid niet boven allen twijfel verheven is, — eclogae (uitgelezene gedichten), die grootendeels uit het Grieksch zijn vertaald, — brieven in verzen, — en 20 idyllen (herderszangen), van welke de 10de en de 7de zich door dichterlijke waarde onderscheiden. Zijne taal is niet volkomen zuiver en zijn versbouw wel eens hard. Zijne lofrede — in proza — op keizer Gratianus is walgelijk door hare vleitaal. Over het geheel dragen de werken van Ausonius den stempel van den wansmaak zijner eeuw. Zij zijn reeds in 1472 te Venetië uitgegeven. Ook heeft men uitgaven van Tollius (Amsterdam, 1669 en 1671) en van Scaliger (Leiden, 1675).

< >