Aras (De), of de Araxas, in het Turksch Rass en in het Armenisch Erasj, de voor naamste rivier van Armenië, ontspringt in het Turksche pasjaliek Erzeroem op de Bin- ghoel-Daghketen, niet ver van de bronnen van de Euphraat, uit twee bronriviertjes, de Kaleh-Soe en de Binghoel-Soe , ter hoogte van 2100 Ned. el boven de oppervlakte der zee. Zij doorloopt de Russische provincie Arménië , bereikt bij het verlaten der bergstreek bij Ordovar, niet ver van de stad Abassabad over eene reeks van terrassen do vlakte Mogahn (Campus Araxenus), vormt daarna, noordoostwaarts vloeijend, de noordelijke grenzen der Perzische provincie Aserbeidsjan en vereenigt zich bij de stad Dsjawat in Daghestan met de Koer (Cyrus), welke door hare wateren voor vrij groote schepen bevaarbaar wordt en na een loop van 6 geogr. mijlen zich uitstort in de Caspische zee.
De zijrivieren van de Aras zijn aan de linkerzijde de Karasoe, de Sangin, de Garnoe, de Wetty, de Arbasjay, de Karbagla en de Nachsjewan, en aan de regterzijde de Sjarar, de Absjay enz. Wanneer de sneeuw in het gebergte smelt, verheft zich die rivier vaak tot eene ontzettende hoogte, zoodat zij groote verwoestingen veroorzaakt, maar tevens vruchtbaarheid schenkt aan de bouw- en weilanden harer zoomen. Aan haren oever verhief zich weleer de Armenische stad Artaxata, — thans zijn er de vesting Abassabad en de stad Oerdabad (7000 inwoners), beide in Russisch Arménië gelegen, de belangrijkste plaatsen. Bij Oostersche schrijvers draagt de Aras ook wel de namen van Arasji, Raksi, Eres, Ros, Roes en Oros.