Daghestan (Bergland) is de naam der oostelijke helling van den Caucasus tot aan den oever der Caspische Zee. Dit gewest behoort tot Russisch Caucasië en draagt naar de hoofdstad ook den naam van Derbent (zie aldaar). Het strekt zich uit langs de Caspische Zee van het gouvernement Bakoe noordwaarts tot aan de rivier Soelak, die het afscheidt van het gouvernement Stovropol (Ciscaucasië). Eigenlijk is dit kustgebied slechts over eene breedte van 8 geogr. mijl aan Rusland onderworpen, daar zulks moeijelijk verzekerd kan worden van het verder gelegene, door de Lesghiërs bewoonde land.
Niettemin wordt geheel Daghestan aangemerkt als eene Russische provincie van 547 □ geogr. mijlen met ruim ½ millioen inwoners. Men heeft er de khanaten Derbent (Tabassaran), Kaitak (Kara-Kaitak) en Tarkoe, wier opperhoofden zich onder de heerschappij van Rusland hebben begeven, alsmede eenige schatpligtige khanaten. Van de hoofdketen van den Caucasus strekken 3 uitloopers over Daghestan zich uit naar de Caspische Zee; zij nemen een einde bij Besjbarmadagh, Derbent en Tarkoe. De middelste is de scheidsmuur tusschen Noord-en Zuid-Derbent, en men vindt daarin de beroemde „IJzeren Poort” of den pas van Derbent op den grooten heirweg tusschen Azië en Europa, die van Bakoe tot aan Kisljar aan de Terek eene lengte heeft van ongeveer 76 geogr. mijl. Daghestan is in het westelijk gedeelte eene bergstreek en voor ’t overige eene zandige, hier en daar zeer schrale steppe.
Men heeft er eenige kleine rivieren, zooals de Soelak, de Toertoerkali en de Soemanga, die zich uitstorten in de Caspische Zee, en bij genoegzame besproeijing bezit de bodem er eene behoorlijke vruchtbaarheid. De landbouw levert er tarwe, rijst, gierst en groenten, de tuinbouw velerlei ooft, en er is geen gebrek aan wijn en timmerhout, terwijl men er paarden, kameelen, ezels en schapen aantreft, en de bergachtige bodem er voorzien is van lood, ijzer en zwavel. De bevolking bestaat er uit onafhankelijke Lesghiërs, uit Turken, uit Tartaren en Arabieren, — voorts uit Arméniërs en Israëlieten. Men vindt er naauwelijks 4000 Christenen. — Dit gewest, in 1812 aan Rusland toegevoegd, behoorde vóór dien tijd tot Perzië. De belangrijkste plaats na Derbent is er Tarkoe aan de Caspische Zee met ongeveer 10000 inwoners.