zurig - Bijvoeglijk naamwoord
1. een beetje zure smaak of geur hebbend
♢ De zurige smaak van de wijn was eigenlijk wel vervrissend.
2. boos en ontevreden zijn
♢ De zurige man was nooit tevreden.
3. een lage pH hebbend
♢ Door het hogere koolzuurgehalte in de zee, wordt het zeewater een beetje zurig.
Woordherkomst
afleiding van zuur met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
[1] zuur, rins, wrang
[2] chagrijnig
[3] zuur
Antoniemen
[1] zoet
[2] vriendelijk
[3] basisch
Gepubliceerd op 30-10-2017
zurig
betekenis & definitie