Gepubliceerd op 31-10-2017

verluiden

betekenis & definitie

verluiden - Werkwoord
1. (ov) (verouderd) het luiden van klokken —al of niet van de kerk— naar aanleiding van het overlijden van iemand
In Drenthe verluidden de buren vaak hun overleden buurman, hoewel de kerk over dit gebruik van heidense oorsprong niet altijd te spreken was.
2. (verouderd) zich laten ~ kennis geven van iets
Hij liet zich verluiden dat hij in het huwelijk ging treden.
3. horen ~ op een of andere wijze vernemen
Ik heb horen verluiden dat hij gaat scheiden.
4. (onpr) naar ~: zoals vernomen is (vaak uit onduidelijke of mogelijk niet geloofwaardige bron)
Naar verluidt gaat hij scheiden.

Woordherkomst
afgeleid van luiden met het voorvoegsel ver-