triestig - Bijvoeglijk naamwoord
1. somber makend
♢ Het was vandaag triestig en regenachtig weer.
2. somber
♢ Het triestige meisje moest huilen want haar hamster was overleden.
Woordherkomst
afleiding van triest met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
droevig, miezerig, mistroostig, treurig
Antoniemen
vrolijk
Gepubliceerd op 01-11-2017
triestig
betekenis & definitie