somber - Bijvoeglijk naamwoord
1. in neergeslagen stemming
♢ Hij was in een sombere bui.
2. een neergeslagen stemming veroorzakend
♢ Wat een somber weer is het!
somber - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van somberen
♢ Ik somber
2. gebiedende wijs van somberen
♢ somber!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van somberen
♢ somber je?
Synoniemen
zonloos
Verwante begrippen
donker, mistroostig, naargeestig
Gepubliceerd op 02-11-2017
somber
betekenis & definitie