tippen - Werkwoord
1. (ov) een fooi geven
♢ Ik tip altijd een vast bedrag.
2. (ov) een wenk, hint geven
♢ Hij werd vooraf getipt als de grote favoriet.
♢ Waakzame burgers tipten de politie.
3. (ov) lichtjes aantikken
♢ Hij leunt achterover en tipt het kegeltje as van zijn sigaar.
4. (ov) evenaren, op gelijke hoogte komen
♢ De omzetcijfers van dit jaar zijn goed, maar kunnen nog niet tippen aan die van vorig jaar.
tippen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tip
Verwante begrippen
tips
Gepubliceerd op 01-11-2017
tippen
betekenis & definitie