altijd - Bijwoord
1. op elk moment, blijvend
♢ Dat kan altijd gebeuren.
♢ Ik zal altijd van je houden zei de man tegen zijn vrouw.
2. telkens opnieuw
♢ Hij komt altijd te laat.
3. in elk geval
♢ Dat gaat altijd fout.
Woordherkomst
samenstelling van al en tijd
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Altijd het laatste woord willen hebben.
♦ De boog kan niet altijd gespannen staan.
aan een stuk doorwerken is niet gezond, er moet ook rust tussendoor zijn
♦ Een goed woord vindt altijd een goede plaats.
♦ Een kat komt altijd op z'n pootjes terecht.
ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen
♦ Een vliegende vogel heeft altijd meer dan een zittende.
iemand die veel buitenkomt krijgt altijd meer dan iemand die thuis blijft zitten
♦ Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
men denkt dat anderen geen problemen hebben
♦ Het is altijd koekoek éénzang.
altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven
♦ Het leven gaat niet altijd over rozen.
het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers
♦ Het oog ziet altijd van zich af.
de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel
♦ Het water loopt altijd naar de zee.
mensen die veel hebben krijgen er ook altijd steeds meer bij
♦ Niet geschoten, altijd mis.
als je het niet probeert, komt er ook niks van
♦ Wie eens steelt is altijd een dief.
als iemand ooit heeft gestolen zal die altijd blijven stelen
♦ Zijn haan moet altijd koning kraaien.
een bepaald iemand moet altijd z'n gelijk krijgen of zin krijgen
Synoniemen
altoos, immer, steeds
Antoniemen
nooit, nimmer
Gepubliceerd op 31-10-2017
altijd
betekenis & definitie